Wat een jaar! 2020 stond helemaal in het teken van een microscopisch klein virus met een enorme impact op onze economie en samenleving. We beleefden en beleven de grootste economische en maatschappelijke crisis sinds Wereldoorlog II.
Ook voor de SERV was het in 2020 snel schakelen om beleidsmatig in te spelen op een ongeziene toestand. Ondanks de bijzondere omstandigheden zijn er bergen werk verzet om coronadata bij elkaar te krijgen en adviezen en analyses uit te brengen. In mei reeds stelde de SERV een relanceplan voor Vlaanderen voor dat vervolgens uitgewerkt werd tot een geheel van 11 adviezen op alle relevante beleidsdomeinen. We trokken lessen uit de coronacrisis voor de arbeidsmarkt, het economisch beleid, het welzijns- en gezondheidsbeleid en ga zo maar door. We overlegden intens onder de sociale partners en met de Vlaamse Regering. We waren ook van nabij betrokken bij de verschillende relancecomités. Op het einde van 2020 sloten de sociale partners een belangrijk VESOC-akkoord af met de Vlaamse Regering voor de relance van de arbeidsmarkt: Alle hens aan dek.
Was 2020 uitdagend en onvoorspelbaar, dan wordt 2021 ook geen sinecure. We kennen het virus intussen beter, beseffen dat we in een pandemie zitten en kunnen beter inschatten welke ravage het virus kan en zal aanrichten. We weten ook welke sporen het virus nalaat op vlak van welzijn en gezondheid en dat de sociaal-economische impact erg groot is. Nog méér dan voordien moeten de sociale partners in 2021 als wegbereiders hun stempel drukken op de toekomst. De relance moet nu zijn uitwerking krijgen. Aan ons om de bakens uit te zetten en de weg voor te bereiden!
In 2021 willen de sociale partners in de SERV via de verschillende commissies en raden het beleid en de samenleving blijven voeden met nieuwe inzichten en visies die de waan van de dag overstijgen. Dat doen we enerzijds door aan de hand van (cijfer)rapporten, adviezen en SERV-academies, grote en kleine thema’s uit te werken die nog onvoldoende in het politieke debat aanwezig zijn. Anderzijds door als SERV een actieve rol te spelen in bv. partnerschappen duaal leren en levenslang leren die nieuwe concepten uitwerken.
Voor ons is de marsrichting duidelijk. We moeten met de sociale partners niet alleen impact realiseren en relevant zijn, nu meer dan ooit moeten we het verschil maken door voorop te lopen met onze ideeën en de weg te bereiden. Want samen zijn we sterk door overleg!
Ann Vermorgen
voorzitter SERV
In dit jaarverslag brengen we een overzicht van de activiteiten van de SERV in 2020.
Ook de nevenorganisaties van de SERV komen aan bod.
Het jaarverslag geeft op een overzichtelijke en aantrekkelijke manier de belangrijkste activiteiten weer. Via de navigatie in de balk wissel je gemakkelijk tussen de verschillende onderdelen.
Via de pijltjes blader je pagina per pagina naar voren of naar achteren. Via het pagina-icoontje blader je doorheen het hele jaarverslag van organisatie naar organisatie en van pagina naar pagina. Je kan via de thuisknop steeds terug naar het begin van het jaarverslag. De teller toont op welke pagina je je bevindt. Het hamburgermenu geeft de werkthema's voor de SERV en de Stichting Innovatie & Arbeid aan.Adviesvragen: de SERV ontvangt adviesvragen van de Vlaamse Regering, een lid van de Vlaamse Regering of de voorzitter van het Vlaams Parlement. De adviesvragen kunnen handelen over voorgenomen regelgeving, maar ook over beleidsnota's en ‑documenten of specifieke beleidsvraagstukken. Soms vraagt ook een instelling (bv. ESF) of een federale minister de SERV om advies.
Selectief advies: de SERV gaat niet op elke adviesvraag inhoudelijk in maar adviseert selectief om zo een grote(re) beleidsimpact te hebben. De selectie gebeurt op basis van het sociaal-economische belang en het strategisch gehalte van dossiers, met oog voor de brede taakstelling van de SERV.
Samenwerking: is er bij een adviesvraag overlapping met het werkterrein van een andere strategische adviesraad, dan wordt samenwerking afgewogen. Zo werkt de SERV regelmatig samen met de Minaraad. Soms beslissen de sociale partners om een advies binnen een andere strategische adviesraad of commissie te formuleren (bijvoorbeeld MORA, Vlaamse Raad WVG, Commissie Diversiteit).
Advies op eigen initiatief: naast de adviezen op vraag, werkt de SERV proactief en brengt een aantal adviezen op eigen initiatief uit.
Akkoorden: de SERV draagt bij aan de kwaliteit van het beleid en aan de sociaal-economische performantie van Vlaanderen door onderling (bipartiet) en samen met de Vlaamse Regering (tripartiet) akkoorden af te sluiten.
lopende adviesvragen 2019 |
adviesvragen 2020 |
lopende adviesvragen 2020 |
adviezen op vraag |
adviezen op eigen initiatief |
VESOC-akkoord |
engagements- verklaring |
gemeenschappelijke verklaring |
oproepen |
met andere SAR of raad |
niet-inhoudelijke adviezen |
geen consensus |
Adviesvragers: in 2020 kreeg de SERV van 8 Vlaamse ministers en Agodi adviesvragen binnen. Minister Crevits vroeg de SERV het meest om advies, gevolgd door ministers Demir en Diependaele.
Crevits |
Demir |
Diependaele |
Weyts |
Jambon |
Beke |
Dalle |
Somers |
Andere |
Adviesthema’s: de SERV bracht de meeste adviezen uit over de thema’s arbeidsmarkt, economie en financiën, onderwijs en vorming en algemeen regeringsbeleid.
Algemeen regeringsbeleid (9)
Arbeidsmarkt (19)
Begroting en financiën (8)
Economie en innovatie (10)
Energie (6)
Internationale relaties (1)
Omgevingsbeleid (8)
Onderwijs en vorming (10)
Sociale bescherming (4)
Raadszittingen: wekelijks organiseert de SERV een elektronische procedure bij de raad om adviezen goed te keuren.
In de SERV zetelen 10 vertegenwoordigers van de Vlaamse werkgeversorganisaties en 10 vertegenwoordigers van de Vlaamse werknemersorganisaties. Deze representatieve samenstelling geeft de SERV een stevige maatschappelijke verankering.
Voor de werkgevers gaat het om:
Voor de werknemers gaat het om:
Het dagelijks bestuur van de SERV bestaat uit een vertegenwoordiger van de Vlaamse sociale partners ABVV, ACV, ACLVB, UNIZO, Voka en Boerenbond. De administrateur-generaal en adjunct administrateur-generaal van de SERV zetelen met raadgevende stem. Het voorzitterschap wisselt jaarlijks tussen de vier grootste sociale partners. Elk jaar levert een andere partner (ACV-Voka-ABVV-UNIZO), volgens een beurtrol, respectievelijk voorzitter en ondervoorzitter aan het dagelijks bestuur. De voorzitter en ondervoorzitter komen nooit tegelijk uit de werkgevers- of werknemersgroep.
De coronacrisis en het Vlaamse relancebeleid stonden bovenaan de agenda bij alle Vlaamse sociale partners en de SERV. De impact op de organisaties en werknemers die we vertegenwoordigen, is ongezien. Nooit eerder was het ondernemers- en consumentenvertrouwen zo laag. Zonder de vele waardevolle inspanningen van de federale en Vlaamse Regering zou de sociaal-economische impact echter nog veel groter zijn. Het relancebeleid moet volgens de sociale partners snel, veilig, inclusief en toekomstgericht zijn. Het moet het economisch en sociaal weefsel veilig stellen én de crisis benutten als een kans om ook de uitdagingen van de post-coronawereld aan te pakken.
Vanaf mei 2020 tekende de SERV in meer dan tien adviezen uit hoe het relance- en co-coronabeleid in Vlaanderen best vorm kan krijgen. Naast een algemene nota volgden o.a. adviezen over het relancebeleid voor de arbeidsmarkt, economie, welzijn, begroting … De sociale partners lanceerden naar aanleiding van de Septemberverklaring ook een oproep aan de Vlaamse Regering om werk te maken van de relance, samen met de SERV.
De digitalisering vraagt nieuwe en andere competenties van ons allemaal. We hebben niet alleen meer technologische kennis nodig maar ook een ondernemende en creatieve ingesteldheid worden belangrijker.
Om de productiviteit en competitiviteit van onze bedrijven te verzekeren en duurzame loopbanen voor werkenden te voorzien, is levenslang leren cruciaal. Statistieken leren ons dat Vlaanderen niet bij de Europese top behoort voor deelname aan levenslang leren. Tijd dus om zoveel mogelijk werknemers, ondernemers, bedrijven en organisaties een leercultuur bij te brengen. Dit vraagt een beleid dat zich richt op het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden, het wegwerken van ‘skills mismatches’ en een vernieuwd competentie-, opleidings- en onderwijsbeleid dat klaar staat voor de uitdagingen van de toekomst.
De SERV zet vanaf 2020 sterk in op levenslang leren. In een eerste fase werken we een visie uit op levenslang leren en formuleren we mogelijke opdrachten van het partnerschap levenslang leren dat de Vlaamse minister van Werk opricht. Verder zal de SERV rond drie pijlers werken: leercultuur, leeraanbod en leerincentives.
De rol van de overheid is in heel wat maatschappelijke domeinen cruciaal voor het verzekeren van een kwalitatieve dienstverlening, het benutten van kansen en het effectief oplossen van problemen. Een effectieve en efficiënte overheid is dan ook een belangrijke voorwaarde voor meer welzijn en welvaart. Beter bestuur en betere regelgeving zijn van groot belang om beleidsdoelstellingen te realiseren, om onnodige kosten, lasten en negatieve effecten te vermijden en om het concurrentievermogen van Vlaanderen en de aantrekkingskracht voor buitenlandse investeringen op langere termijn veilig te stellen: ‘governance matters’.
De SERV focust voor het thema algemeen regeringsbeleid op specifieke thema’s die vanuit sociaal-economisch perspectief belangrijk zijn en waarbij de SERV een duidelijke meerwaarde kan leveren vanuit de aanwezige kennis en expertise en het overleg. Inhoudelijk werkt de SERV op twee sporen: (1) slagkrachtige overheid en (2) beter beleid/betere regelgeving, dit telkens vanuit het perspectief en het belang van de doelgroepen.
In 2020 bracht de SERV 9 adviezen uit over het thema algemeen regeringsbeleid waarvan 2 op eigen initiatief. In een gemeenschappelijke verklaring vroegen alle sociaal-economische raden van het land meer aandacht voor de kwaliteit en de onderlinge interferentie van de regelgeving van de verschillende beleidsniveaus.
Met het oog op het Vlaams relancebeleid schreef de SERV op eigen initiatief het advies handreiking lokale besturen en het advies betere data voor het (corona-)beleid. Daarnaast publiceerde de SERV 1 cijferrapport over de corona-impact op het sociaal-economisch weefsel en riep op om de relance op rails te zetten, versterkt door overleg.
De coronacrisis heeft het belang van goede data en wetenschappelijke informatie op scherp gesteld. Om het crisisbeleid te evalueren en een gericht relancebeleid in de steigers te zetten, is een goed datasysteem onontbeerlijk. Op dat vlak hebben we in Vlaanderen nog een weg te gaan. Tijd dus om de pijnpunten van de huidige dataverzameling voor beleidsmonitoring, -onderbouwing en -evaluatie weg te werken en te verbeteren.
Daarom formuleert de SERV in een advies vijf prioritaire werkterreinen voor een beter databeleid. Ze spelen in op de nood aan snelheid, transparantie, coördinatie, samenwerking over de verschillende bestuursniveaus heen en maatschappelijke betrokkenheid. Over de ruimere problematiek van ‘evidence informed policy making’ zal de SERV in het najaar een apart advies uitbrengen.
Lokale besturen spelen een belangrijke rol bij het uitvoeren van het sociaal-economisch beleid in Vlaanderen. Dat heeft de coronacrisis extra onderstreept.
Om hun rol goed te kunnen (blijven) uitvoeren, hebben lokale besturen voldoende bestuurskracht nodig. Daarom vragen de Vlaamse sociale partners aan de Vlaamse Regering om nu eindelijk duidelijk te bepalen wat ze minimaal verwacht van gemeenten en om de spreidstand in schaalgrootte tussen lokale besturen te verkleinen. Daarnaast vragen de sociale partners om snel een visie op regiovorming uit te werken. Daarin moet ook duidelijk worden welke rol en plaats de provinciebesturen vervullen.
De doelstelling van het arbeidsmarkt- en loopbaanbeleid van de toekomst blijft ongewijzigd. Meer mensen aan de slag, in gemiddeld langere loopbanen en meer werkbare jobs. Om dat te bereiken is in Vlaanderen nood aan een hogere werkzaamheids- en werkbaarheidsgraad, in het bijzonder bij bepaalde groepen. Vanuit deze doelstelling brengt de SERV-commissie Arbeidsmarkt adviezen uit en draagt bij tot het overleg binnen het Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité (VESOC) en het sluiten van VESOC-akkoorden.
De commissie Arbeidsmarkt buigt zich concreet over de volgende subthema’s binnen het domein werk: overgang onderwijs-arbeidsmarkt, (met o.a duaal leren), het breed activeringsbeleid, doelgroepenbeleid, werkplekleren (waaronder maatregelen als tijdelijke werkervaring, wijk-werken en de VDAB-stages zoals IBO), werkbaar werk (en de instrumenten die hiertoe moeten bijdragen zoals de werkbaarheidscheques en de dienstencheques), loopbaanbeleid (inclusief loopbaantransities en instrumenten als outplacement) vorming- en opleidingsbeleid (waaronder de opleidingsincentives, aandacht voor levenslang leren, competenties/EVC-beleid en een leercultuur), sectorconvenants, sociale economie (waaronder o.a. collectief maatwerk, individueel maatwerk, sociaal ondernemerschap), diversiteit ...
In 2020 bracht de SERV 19 adviezen uit over het thema arbeidsmarkt. 3 adviezen waren op eigen initiatief. De adviesvragen over duaal leren in het secundair onderwijs en BUSO, die zowel een onderwijs- als een arbeidsmarktluik hebben, werden in de commissie Onderwijs behandeld. Het advies Iedereen terug aan boord riep op tot een krachtig relancebeleid voor een vitale en inclusieve arbeidsmarkt.
De sociale partners en de Vlaamse Regering ondertekenden de VESOC-engagementsverklaring Iedereen aan boord om 120 000 mensen extra aan de slag te krijgen. In december sloten zij het VESOC-akkoord Alle hens aan dek over de relance van de Vlaamse arbeidsmarkt.
De Vlaamse Regering en de sociale partners willen deze legislatuur 120 000 mensen extra aan de slag krijgen. Jaarlijks zijn dit 11 000 extra mensen bovenop de verwachte tewerkstellingsgroei. Hiertoe ondertekenden ze een gezamenlijke engagementsverklaring. Die doelstelling willen ze bereiken door mensen die aan de slag zijn aan de slag te houden, de rol van VDAB te versterken en vooral mensen aan te trekken die nu niet aan de arbeidsmarkt participeren. Binnen die laatste groep wordt prioriteit gegeven aan jongeren die niet in opleiding zitten en geen werk hebben, mensen met een leefloon, mensen met een gezondheidsprobleem en mensen die tijdelijk de arbeidsmarkt hebben verlaten om zorgtaken op te nemen.
De Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners hebben een VESOC-akkoord gesloten over de relance van de Vlaamse arbeidsmarkt. Met het plan ‘Alle hens aan dek’ wordt 190 miljoen euro extra uitgetrokken voor een krachtige, duurzame relance en transformatie van de Vlaamse arbeidsmarkt. Het nieuwe ambitieuze akkoord focust op drie prioriteiten: een opleiding- en loopbaanoffensief, een inclusieve en mensgerichte digitalisering en een strategie gericht op een duurzame tewerkstelling voor iedereen.
De Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners zijn vastberaden om de gevolgen van de coronacrisis op de arbeidsmarkt aan te pakken en tegelijk te blijven focussen op de structurele knelpunten van onze arbeidsmarkt. Het plan omvat daarom acties gericht op korte termijn maar eveneens acties en strategieën voor de lange termijn. De VESOC-engagementsverklaring ‘iedereen aan boord’, het ‘Vlaamse veerkracht’ relanceplan van de Vlaamse Regering en de adviezen van de relancecomités, SERV en arbeidsmarktexperten zijn hierbij richtinggevend.
In 2020 vergaderde de VESOC-werkgroep zes maal: in januari, februari, juni, september en twee maal in november.
De VESOC-engagementsverklaring Iedereen aan boord – samen voor meer mensen aan de slag - 120 000 mensen extra aan het werk en het VESOC-akkoord Alle Hens aan dek alsook het overleg hierover binnen VESOC Informeel werden voorbereid binnen de VESOC Werkgroep. Verder informeerde het kabinet Jambon over de stand van zaken relance VR, over de indicatoren Vizier 2030 en over het Industrieforum. Het kabinet Crevits lichtte volgende dossiers toe: de versnelling gecombineerde procedure (Single permit), Focus op talent, de beleidsnota Werk en Sociale economie, de nieuwe generatie sectorconvenants en duale addenda 2021-2022, het monitoringrapport Opleidingsdeelname en opleidingsinspanningen en de conceptnota individueel maatwerk. Verder werd een voorstel van aanpak gepresenteerd rond opmaak stand van zaken uitvoering actieplan werkbaar werk. Samen met VDAB werden (technische) toelichtingen gegeven over de verbreding activering naar niet-beroepsactieven en over de doelgroepkorting in functie van de afstand tot de arbeidsmarkt. Het kabinet Weyts gaf toelichtingen over het project duaal lesgeven, het partnerschap levenslang leren en de eindtermen secundair onderwijs. De SERV informeerde de werkgroepleden over de relancenota’s uit de verschillende SERV-commissies en stelde het SERV-advies op de visienota beroepskaarten voor.
Jaarlijks maakt de SERV in januari een evaluatie van de Vlaamse begroting zoals ze door het Vlaams Parlement is goedgekeurd. Begin juli volgt het jaarlijkse advies aan de Vlaamse Regering voor de opmaak van de volgende begroting. Daarbij besteedt de SERV o.a. aandacht aan dossiers met een grote impact op de economie en de begroting, zoals investeringen in infrastructuur, publiek-private samenwerking of de evolutie van de schuld.
De coronapandemie veroorzaakt een ongeziene economische en maatschappelijk schok. De SERV zet haar schouders onder het crisis- en relancebeleid en adviseert over hoe de overheidsbegroting tijdens de crisisperiode kan ingezet worden als schokdemper én als springplank. Maar ook in de komende jaren staat het Vlaamse begrotingsbeleid voor cruciale uitdagingen. Voor de Vlaamse sociale partners blijft de houdbaarheid van de openbare financiën op langere termijn een belangrijke bekommernis. Daarbij maakte de SERV in zijn recente Evaluatierapport een raming van de evolutie bij ongewijzigd beleid van de ontvangsten, uitgaven en schuld in de komende jaren. De SERV meent dat een grondige evaluatie van de ontvangsten en uitgaven van de Vlaamse begroting nodig is om de overheidsfinanciën onder controle te brengen.
In 2020 bracht de SERV 8 adviezen in het domein begroting en fiscaliteit uit, waarvan 1 op eigen initiatief. 4 keer formuleerde de SERV geen advies omwille van de beperkte sociaal-economische relevantie en 1 keer werd geen consensus bereikt.
Daarnaast bracht de SERV 1 evaluatierapport.
In het kader van het Vlaams relancebeleid publiceerde de SERV een overzichtsnota met alle federale, Vlaamse, Brusselse en Waalse coronamaatregelen (eerste coronagolf).
Medewerkers van het SERV-secretariaat zijn vertegenwoordigd in het Wetenschappelijk Comité voor de Nationale Rekeningen (Instituut voor de Nationale Rekeningen / Nationale Bank van België), de Hoge Raad voor de Statistiek (FOD Economische Zaken), de Werkgroep Leesbaarheid Begroting van het Vlaams Parlement evenals de Expertengroep Uitgavennormering, die in opdracht van de Vlaamse Regering een blauwdruk voor een Vlaamse uitgavennorm heeft uitgewerkt.
In de Vlaamse begroting 2020 kunnen vooral de gemeenten op een stevige financiële ondersteuning rekenen. Dat blijkt uit de jaarlijkse begrotingsevaluatie van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen. Hoewel gemeenten € 18,3 mln moeten besparen, ontvangen zij € 166,6 mln (41%) van de uitgaven voor nieuw beleid. Snoeien in de uitgaven gebeurt vooral in de subsidies voor ondernemingen (€ -181,4 mln) en vzw’s (€ -101,5 mln) maar ook de Vlaamse administratie moet besparen op lonen en werkingsmiddelen (€ -113,9 mln). De subsidies voor huishoudens nemen af met € 50 mln.
Het duurt nog jaren vooraleer Vlaanderen zal herstellen van de zware schok die de coronacrisis heeft veroorzaakt. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen raamt het tekort op de Vlaamse begroting voor dit jaar op bijna 7 miljard euro. Tegen 2024 loopt de bijkomende en blijvende schade aan de Vlaamse overheidsfinanciën op tot jaarlijks 1 à 2 miljard euro, afhankelijk van het verloop van de relance. Daarom vragen de sociale partners de Vlaamse Regering de ontvangsten en uitgaven grondig te evalueren. Meer overheidsinvesteringen in infrastructuur zijn cruciaal en zouden snel opgestart en uitgevoerd moeten worden om de Vlaamse economie te versterken.
Vlaanderen moet blijvend inzetten op gelijke kansen en diversiteit. Personen van allochtone afkomst en personen met een arbeidshandicap zijn immers nog steeds ondervertegenwoordigd op de arbeidsmarkt. De SERV streeft naar een evenredige arbeidsdeelname voor iedereen en neemt dit mee in zijn adviezen over werkgelegenheid en gelijke kansen.
De adviesvragen die de SERV ontvangt over diversiteit behandelen de sociale partners in de Commissie Diversiteit waarin ze samen met de kansengroepen aan tafel zitten.
Een competitieve, inclusieve en duurzame economie is een prioriteit voor de SERV. Vlaanderen moet uitgroeien tot een toonaangevende, innovatiegedreven kenniseconomie met een sterk ondernemerschap en internationale focus. Het veelzijdige karakter van de Vlaamse economie en de samenhang in de Vlaamse economische structuur blijven behouden en de kennis en werkgelegenheid verankerd.
Vanuit deze invalshoek adviseert de SERV over een brede waaier aan economische beleidsinitiatieven. Thema’s zoals het stimuleren en faciliteren van ondernemerschap in al haar dimensies en levensfasen, de modeniseing van de industriële en dienstensectoren met aandacht voor opkomende, baanbrekende technologieën zoals artificiële intelligentie en nieuwe businessmodellen, slimme specialisatie, het Vlaams economisch steuninstrumentarium, de lokale inbedding van ondernemingen en versterking van lokale markten, nieuwe ontwikkelingen in innovatiebeleid en de impact ervan op het innovatie-ecosysteem, het O&O-groeipad, het ruimtelijk-economisch beleid, en nog veel meer komen aan bod bij de SERV-commissie Economie en Innovatie.
Voor de SERV zijn economie en innovatie onlosmakelijk verbonden. Innovatie is cruciaal voor de oplossing van een hele reeks maatschappelijke vraagstukken en is tegelijkertijd de belangrijkste drijver voor economische groei. Kenniscreatie en O&O vormen dé voedingsbodem voor verdere innovaties. Wendbaar inspelen op de wijzigende technologieomgeving en beschikken over een state-of-the-art productieapparaat zijn belangrijke voorwaarden om in 2030 bij de wereldtop te blijven, de Vlaamse kennis, productie en technologie lokaal te verankeren en een sterke industrie en maaksector te behouden. Voor de SERV omvat innovatie bovendien meer dan alleen technologische innovatie.
In 2020 bracht de SERV 10 adviezen uit over het thema economie en innovatie. 3 waren op eigen initiatief en hadden betrekking op het Vlaams relancebeleid. De SERV bracht ook 1 achtergrondrapport uit bij het advies Vlaamse screening buitenlandse directe investeringen. Over 2 adviesvragen werd geen consensus bereikt.
Met het advies Krijtlijnen voor een Vlaams economisch relancebeleid willen de sociale partners constructief bijdragen aan de werkzaamheden van het Economisch relancecomité. De SERV waardeert de genereuze relance-inspanningen van de Vlaamse overheid in de eerste fase van de coronacrisis. In een volgende fase moeten relancemaatregelen selectiever en meer op maat zijn om de samenleving, de economie en de arbeidsmarkt de nodige zuurstof te geven, het vertrouwen en de koopkracht van consumenten en producenten te ondersteunen en domino-effecten te beperken.
De helft van de Vlamingen vindt ondernemerschap een goede carrièrekeuze. Geen slecht resultaat maar onze Nederlandse buren doen bv. veel beter met 82%. De angst om te falen is voor Vlamingen een sterke belemmering om een eigen zaak te starten. De Europese Commissie spoort ons land daarom aan de ondernemingscultuur te versterken en het stigma op falen te verminderen. Aansluitend pleit de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) voor een Vlaams actieplan dat inclusief ondernemerschap promoot. Iedereen - man of vrouw, jong of oud, met of zonder beperking en ongeacht de afkomst - die goesting heeft om te ondernemen, moet een eigen zaak kunnen starten. Door meer in te zetten op de juiste ondernemerscompetenties, het vertrouwd maken met digitalisering en e-commerce en de begeleiding van ondernemingen in moeilijkheden, moeten meer Vlamingen bewust kunnen kiezen voor het ondernemerschap.
De energievoorziening is cruciaal voor de economie en de samenleving. De overgang naar een duurzame energievoorziening is één van de belangrijkste uitdagingen voor de komende jaren. De SERV bouwde een ruime expertise op rond de werking van de energiemarkten en -prijzen, rationeel energieverbruik en de inzet van hernieuwbare energiebronnen, energiebevoorradingszekerheid, klimaatverandering en klimaatbeleid …
In 2020 bracht de SERV 6 adviezen uit over het thema energie en klimaat. 3 keer besloot de SERV om geen inhoudelijk advies te geven. Daarnaast lanceerde de SERV ook 1 oproep om het belang van ventilatie te onderstrepen in het kader van het Vlaams relancebeleid.
Het regeerakkoord en de beleidsnota energie hadden een frisse wind door de certificatensteun aangekondigd. Nu liggen concrete voorstellen tot steunverlaging voor groene stroom- en WKK-installaties op tafel. De SERV verwelkomt de vroegtijdige consultatie hierover door de minister van Energie. Het SERV-advies onderschrijft het belang van een kostenefficiënt certificatensysteem en een correct bepaalde steun maar geeft ook aan waarom de SERV in het voorliggende dossier niet voldoende informatie vond om op dit moment over een steunaanpassing te beslissen.
In het achtergronddocument bij het advies berekende het SERV-secretariaat de impact van de voorstellen op de toegekende steun en op de elektriciteitsfactuur.
De SERV en de Minaraad zijn blij dat de Vlaamse Regering met een decretaal kader werk maakt van flexibiliteit in het energiesysteem en van de ontwikkeling van energiegemeenschappen. De beoordeling van dat kader is moeilijk omdat het onduidelijk is welke keuzes de Vlaamse Regering precies maakt, waar ze naar toe wil en wat de implicaties op het terrein zullen zijn. Een evaluatiebepaling in het decreet moet garanderen dat het kader en de invulling periodiek getoetst, geconsulteerd en bijgestuurd worden en dat flexibiliteit en energiegemeenschappen inderdaad de nodige kansen krijgen. Bij de invulling is voldoende aandacht nodig voor faire financiering en vergoedingen, voor een sterke regulator, voor marktwerking en voor burgerparticipatie, lokale besturen en kwetsbare groepen. Tot slot moeten enkele nevendiscussies rond de financiering van het energiesysteem, infrastructuurplanning en kerntakendebat dringend uitgeklaard worden om ook in het voorliggend dossier vooruitgang te boeken.
De Vlaamse sociale partners zijn begaan met wat zich buiten Vlaanderen afspeelt. Beslissingen in internationale fora hebben een impact op de sociaal-economische omgeving in Vlaanderen. Vooral de Europese Unie beïnvloedt de Vlaamse regelgeving en het economisch beleid. Vlaanderen is een partner bij Europese en internationale afspraken en voert een eigen internationaal beleid.
Maar de SERV doet meer en is een actieve internationale partner. De SERV trad in het verleden vaak op als technische partner bij de opleidingen van de IAO rond sociaal overleg, neemt op geregelde tijdstippen deel aan Europese samenwerkings- of kennisuitwisselingsprojecten en ontvangt regelmatig internationale delegaties. De landen uit het Zuiden zijn voor de SERV prioritaire partnerlanden samen met de landen van Oost- en Centraal-Europa. In zijn internationale werking verliest de SERV de Noord-Zuid-problematiek niet uit het oog en samenwerking gebeurt in alle omstandigheden op gelijke voet met de buitenlandse partners. Tot slot zijn de focus op en rol van sociaal overleg in ontwikkelingssamenwerking en duurzame ontwikkeling van prioritair belang in de internationale werking van de SERV.
Ook in 2020 zette de SERV zijn werking op internationaal vlak verder. Zo is de SERV partner in het ILO-project “ADULT” (Apprenticeships Development for Universal Lifelong Learning and Training) en het Interreg-project DIALOG (Dialogue for Innovation and Local Growth). Daarnaast werd de SERV gevraagd om zijn expertise als goed voorbeeld inzake overleg te delen met de ministeries van Economie en Werk van Ecuador.
In 2020 bracht de SERV 1 advies uit over het thema internationale relaties met betrekking tot het Vlaams relancebeleid. Bij dit advies hoort ook een achtergrondrapport. De SERV schreef ook 1 brief naar de minister-president naar aanleiding van de Brexit.
Hoe omgaan met buitenlandse overnames en investeringen die onze nationale veiligheid bedreigen, is voorlopig een onbeantwoorde vraag in België. De coronacrisis maakt duidelijk dat hierop snel een antwoord moet komen. Daarom vraagt de SERV de Vlaamse Regering om van de screening van buitenlandse directe investeringen (BDI) een prioriteit te maken. Er moet dringend en bij voorkeur een federaal mechanisme komen om dergelijke investeringen vooraf te evalueren en desnoods te blokkeren. Voorspelbaarheid, rechtszekerheid, administratieve eenvoud en proportionaliteit zijn de basisprincipes bij het uitwerken van dit screeningsmechanisme.
De Vlaamse sociale partners betreuren dat de ‘ultieme’ onderhandelingen dit weekend tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk niet hebben geleid tot een akkoord dat de toekomstige relaties tussen beide partijen handelsvriendelijk en duidelijk definieert. Daardoor wordt een ‘no deal’ scenario erg waarschijnlijk en blijft een periode van onzekerheid aanhouden.
Het is voor de SERV cruciaal dat Vlaanderen bij de Europese Unie aandringt om verder te blijven onderhandelen met het Verenigd Koninkrijk over hun toekomstige relatie. Zo kan desnoods na de overgangsperiode die eindigt op 31 december 2020 toch nog een wederzijds voordelig handelsverdrag afgesloten worden.
De kwaliteit van lucht, water, bodem en natuur dragen bij tot een gezonde en aangename leefomgeving. Vlaanderen wil zich ook op dat vlak meten met de Europese economische topregio’s.
Binnen de SERV ligt de focus op milieudossiers met een belangrijke sociaal-economische impact zoals het klimaat- en luchtbeleid, het integraal waterbeleid, het materialenbeleid, het bodembeleid of het milieuvergunningenbeleid (VLAREM). Voor de meeste van deze milieudossiers werkt de SERV samen met de Minaraad en soms ook met de SALV en de SARO. De SERV heeft ook heel wat expertise opgebouwd over strategische onderwerpen zoals duurzame ontwikkeling, transitiebeleid en milieubeleidsinstrumenten.
In 2020 bracht de SERV 8 adviezen uit over het thema omgevingsbeleid waarvan 1 op eigen initiatief. De SERV bracht 1 keer een gezamenlijk advies met de Minaraad uit, en 1 keer met Minaraad en SALV. 1 keer werd geen consensus bereikt waarop de SERV het advies doorgaf aan Minaraad en SALV.
De SERV organiseerde op 27 mei 2020 een SERV-academie over de problematiek van waterschaarste.
De SERV bracht vervolgens een advies op eigen initiatief over dit thema met aanbevelingen voor slim en circulair watergebruik. Bij dit advies hoort ook een achtergrondrapport.
Na enkele droge zomers groeit het bewustzijn om zuinig om te springen met water. Om te vermijden dat in de toekomst gezinnen en bedrijven in bepaalde regio’s tijdelijk afgeschakeld worden, moet Vlaanderen nog meer inzetten op waterbesparing en waterhergebruik. Daarom dringen de Vlaamse sociale partners aan om het juiste water te gebruiken voor de juiste toepassing en waterkringlopen meer lokaal te sluiten door bv. afvalwater uit te wisselen tussen bedrijven, landbouw en/of woonwijken.
De Vlaamse Regering wil de minimale functionaliteiten van de digitale watermeters en de bescherming van de persoonsgegevens dectretaal verankeren. De SERV en de Minaraad ondersteunen dit initiatief maar vinden het voorbarig om nu al een volledige uitrol van digitale watermeters op te leggen tegen 2030.
Kinderen, jongeren en volwassenen moeten een aantrekkelijk en kwalitatief onderwijs en dito vorming genieten. Alle jongeren moeten het secundair onderwijs afronden met een kwalificatie en met een perspectief op blijven leren, in het privaat aanbod, het volwassenenonderwijs of het hoger onderwijs. Alle burgers moeten de stap (kunnen) zetten naar levenslang en levensbreed leren. Bedrijven en sectoren werken aan competentieontwikkeling en voeren een strategisch competentiebeleid. Een lerende samenleving erkent competenties, waar en hoe ze ook verworven zijn. Want Vlaanderen heeft alle talent nodig.
Met deze doelstellingen als kader formuleert de SERV adviezen die focussen op de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en levenslang en levensbreed leren.
In 2020 bracht de SERV 10 adviezen uit over het thema onderwijs en vorming, waarvan 2 op eigen initiatief en 2 in samenwerking met de SERV-commissie Arbeidsmarkt. De SERV commissie Onderwijs participeerde aan de Overlegplatformen duaal leren in volwassenen- en hoger onderwijs en leverde input voor de voorbereiding van de regelgeving.
De SERV brengt advies uit over de programmatieaanvragen voor de opleidingen Duaal Leren in het secundair onderwijs voor het schooljaar 2020-2021. Alle 60 aanvragen voor het BuSO krijgen een gunstig advies en 432 van de 491 aanvragen in het gewoon SO. De raad luisterde naar de mening van de sectoren die in Duaal Leren een belangrijke rol spelen, onder andere in de erkenning en ondersteuning van ondernemingen. 59 aanvragen in het SO krijgen een ongunstig of geen advies: het opleidingsaanbod is nog onvoldoende gespreid, er is een risico op te weinig leerwerkplekken en – los van de goede intenties van de scholen – de infrastructuur is onvoldoende voorbereid.
Net voor de zomer kregen de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) en de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen een gezamenlijke vakantieopdracht van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. Hij vroeg hen advies te geven over het ontwerp van decreet over de nieuwe eindtermen tweede en derde graad secundair onderwijs. Zowel in het Vlaams Parlement als in de scholen waren de voorbije maanden vragen gerezen over de haalbaarheid van deze nieuwe eindtermen die vanaf september ‘21 ingaan.
Vlaanderen beschikt over een aantal hefbomen voor de ondersteuning van burgers op het vlak van sociale bescherming, welzijn, gezondheid, gezinsondersteuning en armoedebestrijding. Belangrijke bevoegdheidspakketten zijn bijvoorbeeld het Groeipakket, de kinderopvang en de Vlaamse sociale bescherming.
Met de SERV beschikken de Vlaamse sociale partners over het geëigende overlegforum om gezamenlijk een visie te ontwikkelen over de uittekening en uitvoering van de sociale bescherming in Vlaanderen.
In 2020 bracht de SERV 4 adviezen uit over het thema sociale bescherming waarvan 3 op eigen initiatief. Met het advies sociale en solide maatschappelijke herstart vraagt de SERV dat er in het Vlaams relancebeleid structurele fundamenten worden gelegd en een robuuster systeem van sociale bescherming, zorg en armoedepreventie om te vermijden dat de huidige gezondheids- en economische crisis ook een aanslepende sociale crisis wordt.
De maatschappelijke relance en de toekomstige zorg- en dienstverlening moeten meer zijn dan een terugkeer naar business as usual. We moeten nu structurele fundamenten leggen en een robuuster systeem van sociale bescherming, zorg en armoedepreventie uitbouwen. Zo kunnen we iedereen een zinvolle plaats geven in de samenleving via een daadkrachtige en wendbare zorg- en dienstverlening in en met de samenleving. Dit is nodig om te vermijden dat de huidige gezondheids- en economische crisis ook een aanslepende sociale crisis wordt.
De Vlaamse sociale bescherming (VSB) is vanuit sociaal-economisch oogpunt een belangrijk instrument voor de organisatie en betaalbaarheid van onze zorg en sociale bescherming. Daarom brengt de SERV op eigen initiatief een advies uit over de voorgestelde wijzigingen aan de VSB. De SERV verwelkomt de gefaseerde inkanteling van een aantal sectoren in het VSB-kader.
De Vlaamse sociale partners vinden het echter niet gerechtvaardigd om nieuwe drempels in te bouwen zoals bijkomende verblijfs- en inburgeringsvoorwaarden en een dossiertaks voor een administratief beroep. Dit beperkt de solidariteit en de financiële toegankelijkheid van kwalitatieve zorg. De SERV heeft ook fundamentele bedenkingen bij de toekenning van het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood in een woonzorgcentrum op basis van gemiddelde zorgzwaarte. Het raakt aan de rechtszekerheid van de betrokken zorgbehoevenden en werkt op bepaalde vlakken discriminerend. De SERV vraagt om de inkomenstoetsing én de zorgzwaarte als criteria te behouden voor de toekenning van de zorgbudgetten in de woonzorgcentra.
De Stichting Innovatie & Arbeid maakt deel uit van de SERV en voert onderzoek uit in opdracht van en voor de Vlaamse sociale partners. De Stichting Innovatie & Arbeid werkt rond drie thematische clusters:
De Stichting vertrekt in haar onderzoek vanuit een praktijkgerichte benadering en werkt complementair aan het beleidsgericht onderzoek dat elders wordt uitgevoerd. De Stichting hecht veel belang aan de valorisatie van haar onderzoek. Deze valorisatie bestaat uit het toeleveren van informatie relevant voor het SERV-overleg en uit het verspreiden van de onderzoeksresultaten via de partners op het veld om zo bij te dragen tot concrete resultaten en toepassingen in de ondernemingen en organisaties en sectoren.
Projecten: de onderzoekers van de Stichting Innovatie & Arbeid werkten in 2020 aan 12 projecten. Eén project was overkoepelend voor het thema arbeid, organisatie en innovatieprocessen en het thema ondernemerschap, economie en innovatie.
In de SERV zetelen 10 vertegenwoordigers van de Vlaamse werkgeversorganisaties en 10 vertegenwoordigers van de Vlaamse werknemersorganisaties. Deze representatieve samenstelling geeft de SERV een stevige maatschappelijke verankering.
Voor de werkgevers gaat het om:
Voor de werknemers gaat het om:
Het dagelijks bestuur van de SERV bestaat uit een vertegenwoordiger van de Vlaamse sociale partners ABVV, ACV, ACLVB, UNIZO, Voka en Boerenbond. De administrateur-generaal en adjunct administrateur-generaal van de SERV zetelen met raadgevende stem. Het voorzitterschap wisselt jaarlijks tussen de vier grootste sociale partners. Elk jaar levert een andere partner (ACV-Voka-ABVV-UNIZO), volgens een beurtrol, respectievelijk voorzitter en ondervoorzitter aan het dagelijks bestuur. De voorzitter en ondervoorzitter komen nooit tegelijk uit de werkgevers- of werknemersgroep.
De projecten van de Stichting Innovatie & Arbeid over arbeidsmarkt en innovatie in ondernemingen en organisaties gaan over:
Om de drie jaar voert de Stichting Innovatie & Arbeid een enquête uit naar veranderingen in de productie of dienstverlening, nieuwe vormen van arbeidsorganisatie en innovatie in ondernemingen en organisaties in Vlaanderen. Deze Ondernemingsenquête (voorheen IOA-enquête) betreft een bevraging bij zowel kleine als grote bedrijven, social profit organisaties en overheidsinstellingen.
Arbeidsmarkt is een thema waarover de SERV ook beleidsadviezen uitbrengt en overleg organiseert.
Projecten: in 2020 werkten de onderzoekers aan 6 projecten over arbeid, organisatie en innovatieprocessen.
‘Connectiviteit’ is de mogelijkheid om je als werknemer met het werk te verbinden buiten de gewone werkuren. Dat wordt vaak gedaan: zes op de tien werknemers zegt dat ze na de werkuren e-mails van het werk behandelen, zo blijkt uit de Werkbaarheidsmonitor. Dat vinden we veel vaker terug bij werknemers in het onderwijs, kaders of directieleden, en professionals.
Wie vaak of altijd e-mailt na de werkuren heeft een hogere kans op problematische werkstress dan wie dat niet of sporadisch doet, en de werk-privébalans is drie tot vier keer zo vaak problematisch. Het effect van digitale verbinding is duidelijk zichtbaar, maar wel minder groot dan dat van werkdruk, uitgedrukt als ‘hoge taakeisen’. De idee dat door connectiviteit werkstress en de werkprivébalans kunnen verlicht worden zien we door de cijfers niet bevestigd.
De Budaregio, ten noorden van Brussel, op de grens van het Vlaams en Brussels gewest, kent een (her)ontwikkeling. Veel van de vroegere industrie is verdwenen, maar nieuwe bedrijven en organisaties komen er zich vestigen en tal van studies en initiatieven zetten het gebied weer op de kaart. De regio heeft belangrijke troeven voor bedrijven en werknemers, maar er moeten ook uitdagingen worden aangepakt om de ontwikkeling verder te ondersteunen.
Dat blijkt uit algemeen cijfermateriaal en uit informatie verzameld door de Stichting Innovatie & Arbeid bij zes bedrijven uit de bouw, recyclage en logistiek. Zowat één op vijf bedrijven in het gebied is actief in één van deze sectoren die mee het DNA van de regio bepalen.
Het onderzoek binnen de cluster Ondernemerschap van de Stichting Innovatie en Arbeid heeft zowel betrekking op de ondernemingspraktijk als op het ondersteunend beleid, en maakt gebruik van kwantitatieve en kwalitatieve methoden zoals enquêtes, literatuuronderzoek, case studies en/of beleidsanalyses. De focus ligt binnen deze onderzoekscluster zowel op de persoon van de ondernemer, als op zijn of haar onderneming.
Ondernemerschap, economie en innovatie zijn thema's waarover de SERV ook beleidsadviezen uitbrengt en overleg organiseert.
Projecten: in 2020 werkten de onderzoekers aan 3 projecten over ondernemerschap, economie en innovatiebeleid.
In haar nieuw rapport kijkt de Stichting Innovatie & Arbeid naar inspirerende voorbeelden van bedrijventerreinen in Vlaanderen en de BedrijvenInvesteringsZones BIZ in Nederland.
Samenwerken lukt enkel als bedrijven er het nut van inzien. De initiatieven groeien best bottom-up. Vaak begint de samenwerking rond een acuut probleem zoals zwerfvuil of parkeeroverlast. Die aanpak op korte termijn kan dan uitgroeien tot een structurele samenwerking. Hierbij spelen verschillende netwerken een belangrijke rol. Naast de raad van bestuur van de bedrijventerreinvereniging zijn lokale en regionale overheidsactoren en intermediaire organisaties belangrijk bij het opbouwen van langdurige engagementen. Belangenorganisaties zijn indirect of steunend aanwezig. Zij verdedigen de belangen van de bedrijven op de terreinen, zetten netwerken op en ondersteunen ze. Die rol wordt door de betrokkenen op de bedrijventerreinen zeer gewaardeerd.
De vertrouwensband tussen de bedrijven is essentieel voor een goede samenwerking. Dit geldt zeker voor kmo’s. Zij beschikken meestal over beperkte financiële middelen en willen zekerheid over hun investering. Ledenbijdragen vormen immers een belangrijk deel van de financiering voor bedrijventerreinmanagement. Deze wordt soms aangevuld met opbrengsten uit groepsaankopen, evenementen en subsidies van verschillende overheden. Overheidssubsidies zijn best vraaggericht maar mogen op sommige thema’s of doelstellingen sturend zijn. Als lokale besturen de bedrijventerreinmanagementstructuren structureel ondersteunen is dat een belangrijke succesfactor.
De projecten van de Stichting Innovatie & Arbeid over werkbaar werk zijn grotendeels opgebouwd rond de driejaarlijkse werkbaarheidsmonitor, waar de werkbaarheid gemeten wordt bij werknemers en zelfstandigen. Er zijn ook verschillende projecten waarbij de focus ligt op de vraag hoe de werkbaarheid kan verbeterd worden.
De databank van de werkbaarheidsmetingen is beschikbaar voor bijkomend wetenschappelijk onderzoek.
Arbeidsmarkt is een thema waarover de SERV ook beleidsadviezen uitbrengt en overleg organiseert.
Projecten: in 2020 werkten de onderzoekers aan 2 projecten over werkbaar werk en langere loopbanen.
Net zoals in 2016 heeft de helft van de zelfstandige ondernemers een werkbare job. Het streefcijfer uit het Pact 2020 (55%) wordt dus niet gehaald. We zien grote verschillen tussen de sectoren: in de intellectuele diensten (makelaars, consultants, ICT) heeft 58% van de zelfstandige ondernemers werkbaar werk en wordt het streefcijfer uit het Pact 2020 ruimschoots gehaald. Omgekeerd heeft de sector bouw een veel lagere werkbaarheidsgraad (42%). Vooral het aantal werkstressklachten en verhoogde werkdruk bepalen de te lage werkbaarheidsgraad bij zelfstandige ondernemers. In 2019 heeft 37% of 140 000 ondernemers en bedrijfsleiders werkstress.
In de afgelopen tien jaar daalde de werkbaarheid van jobs in het onderwijs van 60% naar 46%. Dat komt vooral door meer werkstressklachten en problemen met de combinatie tussen werk en privé. Hierdoor vindt de helft van het onderwijspersoneel doorwerken tot de pensioenleeftijd geen haalbare kaart. De werkbaarheidsgraad is daarmee voor het eerst lager dan het gemiddelde voor de hele Vlaamse arbeidsmarkt (50%). Anderzijds hebben leraren en andere onderwijsmedewerkers de meeste kansen om bij te leren en de hoogste motivatie van de hele arbeidsmarkt.
In 2019 had 49,6% van de werknemers en 50,1% van de zelfstandige ondernemers in Vlaanderen een werkbare baan. Het gaat dan over jobs waarvan je niet overspannen of ziek raakt, die werkplezier verschaffen en motiverend zijn, voldoende kans bieden op bijblijven/leren en de nodige ruimte laten voor gezin en privéleven.
Achter deze globale cijfers voor de arbeidsmarkt schuilen opvallende verschillen tussen de werkbaarheidsrapporten van bedrijfstakken waarin werknemers tewerkgesteld zijn of voor de diverse beroepen of het ondernemingstype waarin zelfstandigen actief zijn, zoals blijkt uit de tabel hieronder.
De negentien sectorrapporten op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2019 zijn inmiddels beschikbaar en krijg je met een muisklik op de gewenste sector in de tabel meteen op je scherm.
De Stichting Innovatie & Arbeid hecht veel belang aan een brede valorisatie van haar onderzoek. De valorisatie-activiteiten concentreren zich rond werkbaar werk, maar ook de andere onderzoeksthema’s komen regelmatig aan bod.
In het totaal telde de Stichting in 2020 zo’n 32 vormingsactiviteiten, waar meer dan duizend deelnemers aanwezig waren. Tot 13 maart 2020 gingen de valorisatie-activiteiten nog live door, nadien in de vorm van webinars. De Stichting organiseerde twee webinars, met meerdere sprekers en voor een ruim publiek. Er waren internationale sprekers en deelnemers op het webinar “De dynamische arbeidsmarkt van morgen: duurzaam van werk naar werk”, dat samen met het ACV georganiseerd werd. Het webinar “Troeven en uitdagingen voor de tewerkstelling in de Budaregio” was een samenwerking met Buda+.
Topthema’s in 2020: werkbaar werk in het algemeen, de werkbaarheidsmonitor, werkbaar werk in sectoren. Andere belangrijke thema’s waren het nieuwe werken, telewerken en personeelsbeleid en arbeidsorganisatie in veranderende tijden. Daarnaast valoriseerden we onderzoeksthema’s zoals samenwerken op bedrijventerreinen en de ondernemingsenquête. Wegens de coronacrisis stond het thema telewerken opvallend hoog op de agenda, met meer valorisatie-activiteiten rond dit thema in het najaar. De deelnemers waren heel divers: bedrijfsleiders, vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties, vakbondsafgevaardigden, preventieadviseurs, HR-professionals, schoolbesturen, provincie- en gemeentebesturen, parlementariërs, opleidingsfondsen, arbeidsbemiddelingsdiensten, netwerkorganisaties, academici, studenten en medewerkers.
In 2020 schreef de Stichting een hoofdstuk over werkbaar werk voor personen met een handicap in het boek “Koers naar talent in overvloed! Inclusief HRM als kompas” (publicatie in 2021) en verschillende artikels in Over.Werk
De Stichting legde de expertise van de eigen thema’s ook vaak mee op tafel bij externe vertegenwoordiging, als deelnemer bij activiteiten en vormingen georganiseerd door anderen en in de VIONA werkgroepen.
In 2020 werd op de website werkbaarwerk.be een pagina toegevoegd over werkbaar werk in coronatijden. Op vraag van minister Crevits breidde de Stichting de website werkbaarwerk.be uit met een deelwebsite over telewerken. De inhoud is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten.
In 2020 startte het project “Een brug naar het werkveld” waarbij, in samenwerking met LEF, Anasta en Inspinazie, extra vormingsmateriaal rond werkbaar werk ontwikkeld werd. In totaal zijn er zeven mini-reportages over werkbaar werk geproduceerd, gepubliceerd op de website werkbaar werk en bekend gemaakt via de sociale partners en social media. In vier mini-reportages vertellen ondernemingen en organisaties hoe ze het werk werkbaar houden, ook in coronatijden. Twee reportages laten zien hoe ondernemingen aan de slag gaan met de werkbaarheidscheques en er is een mini-reportage over telewerken. Met Anasta ontwikkelden we vier masterclasses over de thema’s van werkbaar werk. Deze masterclass is vergelijkbaar met een TED-talk maar dan zonder publiek. Gedurende 18 minuten legt een expert uit hoe je rond een bepaald thema aan de slag kan gaan. Hierbij hoort een handleiding over hoe je de masterclass in een vorming of discussie kan inzetten. Inspinazie maakte in kader van het project een improvisatievoorstelling rond werkbaar werk. Werkbaar werkt! laat heel herkenbare scènes zien (werkbaar en niet zo werkbaar werk) die voldoende stof tot discussie opleveren. Door corona werd een livestreamversie bedacht en de productie ging op toer bij de sociale partners.
De coronacrisis slaat hard toe. Deze crisis zet in alle bedrijven en organisaties het werk op zijn kop. Het komt erop aan om nu snel te schakelen en creatief en innovatief in te spelen op deze ongekende uitdagingen. Naast economische uitdagingen zijn er vragen op vlak van veiligheid en gezondheid, de organisatie van het werk en welzijn op het werk. Meer dan ooit is er nood aan goed overleg want veerkrachtige en duurzame ondernemingen hebben ook veerkrachtige werknemers nodig die duurzaam inzetbaar zijn.
Om je te inspireren vind je op de website werkbaarwerk.be tools en goede voorbeelden die je kunnen helpen om in moeilijke tijden het juiste te (blijven) doen met aandacht voor jezelf, jouw zaak, afdeling of organisatie en/of jouw medewerkers. Je vindt er o.a. meer info over de uitbreiding van de werkbaarheidscheques, thuiswerken en connectiviteit, richtlijnen en tools over een veilige opstart, gewijzigde taakverdeling … We vullen deze pagina regelmatig aan met nieuwe tools.
Op 25 september 2020 organiseerde de SERV/Stichting Innovatie & Arbeid een webinar over de dynamische arbeidsmarkt van morgen. Er kwamen een aantal inspirerende ideeën en cases aan bod van werk-werk transities in andere Europese landen. We stonden ook stil bij de toepasbaarheid in Vlaanderen met specifiek oog voor de kwetsbare positie van oudere werknemers. Heb je dit webinar gemist? Geen nood, je kunt de opname van het webinar herbekijken. Verder vind je op de eventpagina ook de presentatie van elke spreker met een beeldverslag en een verslag van het vraaggesprek en de reflecties van Fons Leroy voor de Vlaamse arbeidsmarkt.
Vlaams minister van Werk Hilde Crevits en de Vlaamse sociale partners willen telewerk stevig verankeren. Er komt extra financiële ondersteuning via werkbaarheidscheques en een intersectorale adviseur werkbaar werk. De Sociaal-Economische Raad Vlaanderen verzamelt alle informatie en do’s en don’ts, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek op werkbaarwerk.be/telewerken.
Met de Commissie Diversiteit geeft de SERV een stem aan groepen die niet op evenredige wijze participeren aan het sociaal-economisch leven.
De Commissie Diversiteit is paritair samengesteld. Naast de vertegenwoordigers van de representatieve organisaties uit de SERV zijn er vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de kansengroepen (Gebruikersoverleg Handicap en Arbeid en het Minderhedenforum). Binnen de Commissie Diversiteit werken ze samen en adviseren over de evenredige arbeidsdeelname van kansengroepen, diversiteit en gelijke behandeling. De kracht van de Commissie Diversiteit is dat ze sterk inzet op adviezen op eigen initiatief.
Adviesvragen: in 2020 ontving de Commissie Diversiteit 3 adviesvragen.
Advies op eigen initiatief: naast de adviezen op vraag, werkt de Commissie Diversiteit proactief en brengt de commissie een aantal adviezen op eigen initiatief uit. In 2020 bracht de Commissie Diversiteit 4 adviezen uit op eigen initiatief.
Met het oog op het Vlaams relancebeleid schreef de Commissie Diversiteit een nota waaruit blijkt dat de coronacrisis de ongelijkheid op de Vlaamse arbeidsmarkt doet toenemen.
Raadszittingen: de commissie kwam 9 keer samen in 2020. Het dagelijks bestuur kwam 2 keer bijeen. De raad van de Commissie Diversiteit kwamen in 2020 niet bijeen.
Andere initiatieven: in januari organiseerde de Commissie Diversiteit een uitwisseling tussen de commissieleden en de onderzoeksgroep IMMILAB over de sociaal-economische integratie van personen met een migratieachtergrond. Ook in januari nodigde de Commissie Diversiteit verschillende projecten en experten/ervaringsdeskundigen op het vlak van diversiteit bij het onderwijzend personeel uit voor toelichtingen en uitwisseling met de commissieleden. In juni was er op vraag van de Commissie Diversiteit een uitwisseling met de dienst Diversiteitsbeleid en het kabinet Somers over het op te maken strategisch gelijkekansen- en diversiteitsplan van de Vlaamse overheid 2021-2025.
Diversiteit in de lerarenkamer is nog steeds ver zoek. Dat geldt voor alle onderwijsniveaus van de kleuterklas tot het hoger onderwijs. Het lerarenberoep moet dringend aantrekkelijker gemaakt worden voor personen met een migratieachtergrond of arbeidshandicap maar ook voor mannelijke leraren. Het aangekondigde lerarenpact biedt een uitgelezen kans om hieraan iets te doen vindt de Commissie Diversiteit van de SERV. Meer inzetten op een divers lerarenkorps kan zowel een oplossing bieden voor het aanhoudende lerarentekort als voor een meer positieve houding van leerlingen, leraren en directies tegenover diversiteit.
Meer dan een half miljoen werknemers en zelfstandigen in Vlaanderen is (langdurig) ziek. Dit aantal nam de laatste jaren sterk toe. Verwacht wordt dat dit cijfer nog verder zal stijgen door de huidige coronacrisis. Tegelijkertijd zien we dat de werkbaarheid van jobs onder druk staat. Hierdoor dreigen in de toekomst nog meer mensen uit te vallen.
Voor de sociale partners van de SERV en de kansengroepen is er dringend nood aan een beleid dat de uitval wegens ziekte voorkomt en dat inzet op duurzame re-integratie van de grote groep langdurig zieken. Dit is enerzijds belangrijk om de gezondheid en/of het herstel van deze (potentiële) werknemers te bevorderen, anderzijds om de krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken en de sociale zekerheid betaalbaar te houden.
De Commissie Diversiteit is paritair samengesteld. Naast de vertegenwoordigers van de representatieve organisaties uit de SERV zijn er toegevoegde leden, namelijk de vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de kansengroepen. In de Commissie Diversiteit is één werkgroep actief die zich zowel over de doelgroep personen van allochtone afkomst buigt als over de doelgroep personen met een arbeidshandicap.
Vertegenwoordigers van de werknemers
Vertegenwoordigers van de werkgevers
Vertegenwoordigers van de representatieve kansengroepen
Vertegenwoordigers van de werknemers
Vertegenwoordigers van de werkgevers
Vertegenwoordigers van de representatieve kansengroepen
De Adviescommissie voor Economische Migratie volgt de maatschappelijke ontwikkelingen op het vlak van economische migratie en detecteert eventuele knelpunten zodat de immigratie van werknemers en zelfstandigen onder de beste omstandigheden kan verlopen. Op verzoek van de Vlaamse Regering of uit eigen beweging verstrekt de commissie advies over de sociale, economische en administratieve problemen rond tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten en de zelfstandige beroepsactiviteit van vreemdelingen.
In de Adviescommissie voor Economische Migratie zetelen de sociale partners. Zij worden bijgestaan door vertegenwoordigers van het Departement Werk en Sociale Economie, het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie, VDAB en de staatssecretaris voor Asiel en Migratie die een raadgevende stem hebben.
De Adviescommissie Economische Migratie bracht in 2020 3 adviezen uit waarvan 1 op eigen initiatief.
De Vlaamse sociale partners verwelkomen deze visienota. Een recente evaluatie omtrent het Belgische beleid voor start-ups vanuit derde landen gaf aan dat het criterium economische meerwaarde vaag en onduidelijk is. Dit wordt geruggensteund doordat in 2019 38% van de aanvragen voor een beroepskaart werd geweigerd. Het lijkt de sociale partners daarom opportuun om de criteria voor het bekomen van een beroepskaart helder en transparanter te maken. Gelet op het feit dat in 22% van de controles inbreuken worden vast gesteld, waarbij men niet beschikt over een beroepskaart en/of geldig verblijf, steunen de Vlaamse sociale partners ook het voornemen om het aantal inspecties op te schroeven. De sociale partners formuleren nog wel vijf opmerkingen.
Vertegenwoordigers van de werknemers
Vertegenwoordigers van de werkgevers
Vertegenwoordigers
Vertegenwoordigers van de werknemers
Vertegenwoordigers van de werkgevers
Vertegenwoordigers
Het Pendelfonds is sinds 2007 operationeel in het kader van het Pendelplan. Het Pendelfonds ondersteunt acties die ondernemingen of instellingen en organisaties opzetten voor een duurzamer woon-werkverkeer. Binnen de SERV functioneert een begeleidingscommissie die de bevoegde minister adviseert over de ingediende projecten en over de opvolging van de goedgekeurde projecten. De sociale partners hebben in deze commissie een doorslaggevende stem.
In 2020 werd geen nieuwe Pendelfondsoproep gelanceerd.
In 2019 gingen de sociale partners van de begeleidingscommissie meermaals in debat met het departement Mobiliteit en Openbare Werken en de provinciale mobiliteitspunten om het Pendelfonds als beleidsinstrument te evalueren.
Dit resulteerde in een gezamenlijke evaluatienota waarin de betrokken partijen een impactanalyse en inhoudelijke en administratieve analyse maakten van het Pendelfonds. Op basis hiervan werden een reeks aanbevelingen geformuleerd voor een meer strategische en administratief eenvoudigere werking van het fonds.
Samen met de aparte insteek van de sociale partners, werd de gezamenlijke evaluatienota op 13 januari 2020 overgemaakt aan minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Lydia Peeters.
Op 30 oktober 2020 publiceerde Audit Vlaanderen een audit van het subsidieproces van het Pendelfonds. Het secretariaat van de begeleidingscommissie heeft hieraan een bijdrage kunnen leveren door de rol en standpunten van de begeleidingscommissie te verduidelijken.
Op 9 december 2020 vroeg de voorzitter van het Vlaams Parlement, Liesbeth Homans, de SERV om advies in het kader van de toekomstige hervorming van het Pendelfonds. In zijn advies van 18 januari 2021 beklemtoont de SERV dat het Pendelfonds een waardevol instrument blijft maar dat een beleidsgerichtere en strategische hervorming noodzakelijk is. In bijlage bij het advies gingen de voorstellen voor strategische focussen zoals ze ook op 19 maart 2018 werden verzonden aan toenmalig minister voor Mobiliteit en Openbare Werken Ben Weyts.
De lopende projecten leggen jaarlijks een opvolgingsrapport voor waarover de begeleidingscommissie de minister adviseert. De minister beslist vervolgens over het verdere gebruik en verspreiding van deze adviezen.
In 2020 werden 141 adviezen opgemaakt en aan de minister bezorgd, waaronder 6 adviezen van projecten die de volledige duur van vier jaar hadden doorlopen.
Vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties
Vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties
Vertegenwoordigers van de Vlaamse Regering
Vertegenwoordiger van de afdeling Beleid, Mobiliteit en Verkeersveiligheid van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken
Vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties
Vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties
De ondersteuning van de begeleidingscommissie wordt waargenomen door het secretariaat van de Mobiliteitsraad.
Bezoekers en downloads: de website van de SERV en de verschillende entiteiten werd in 2020 in totaal 187.455 keer geraadpleegd door in totaal 153.558 externe bezoekers. Dat is goed voor in totaal 340.775 paginaweergaven en 28.722 downloads van adviezen en rapporten.
Https: de website van de SERV en de verschillende nevenorganisaties zijn https-websites. Dit zorgt o.a. voor meer beveiliging en gebruikersvertrouwen en een verbeterde ranking in Google search.
Anysurferproof: de website is Anysurferproof. Dit kwaliteitslabel garandeert dat onze website voor iedereen toegankelijk is, ook voor mensen met een functiebeperking. Met het behalen van het label voldoet onze website ook aan de vereisten in het kader van het Toegankelijk Web-project van de Vlaamse overheid. We behaalden in 2020 de tweejaarlijkse vernieuwing van het toegankelijkheidslabel.
GDPR-proof: de SERV hecht veel belang aan de bescherming van persoonsgegevens en houdt zich aan de wet- en regelgeving waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR). Sinds de start van de GDPR in mei 2018, vind je een privacyverklaring en toelichting bij het cookiebeleid op de website.
sessies |
gebruikers |
paginaweergaven |
downloads |
De SERV verstuurt regelmatig een elektronische nieuwsbrief over zijn activiteiten. In 2020 verstuurden we 36 nieuwsbrieven (SERV + Stichting Innovatie & Arbeid) naar 4.211 abonnees. Het aantal e-nieuwsbriefabonnees nam in 2020 sterk toe.
De open rate van de nieuwsbrieven ligt boven de benchmark van overheidsnieuwsbrieven (26,5%) bij Mailchimp.
Nieuwsbrieven
SERV |
Stichting Innovatie & Arbeid |
Abonnees
SERV |
Stichting Innovatie & Arbeid |
In 2020 bleef de SERV sterk inzetten op sociale media. Het aantal volgers is gestegen van 1152 (2019) tot 1390 (2020). De werkbaarheidscijfers 2019 voor zelfstandige ondernemers en de oproep Relance op de rails werden ondersteund door een filmpje op sociale media.
De SERV verstuurde in 2020 30 persberichten. De SERV had regelmatig contact met een bepaald medium (VRT, De Standaard, De Tijd, Het Nieuwsblad) bij de bekendmaking van een nieuw advies of rapport.
De activiteiten van de SERV gaven aanleiding tot 118 artikels in dagbladen. Daarnaast komen persberichten ook vaak terecht op vak- en nieuwswebsites.
Persberichten
SERV |
Stichting Innovatie & Arbeid |
Commissie Diversiteit |
Adviescommissie Economische Migratie |
Op donderdag 13 februari organiseerde de SERV een inspiratiesessie rond digitalisering en de rol van het sociaal overleg. We brachten Vlaamse beleidsmakers, stakeholders en sociale partners samen om na te denken over toekomstige beleidsinitiatieven. De focus lag onder andere op de nieuwe vormen van werk, de veranderende rol van sociale dialoog en de impact op gendergelijkheid. Deze sessie werd georganiseerd in samenwerking met de Vrouwenraad.
Op 17 februari 2020 organiseerde de SERV een rondetafel over het kaderdecreet bestuurlijke handhaving naar aanleiding van de geplande evaluatie ervan door de Vlaamse Regering. Dit event kwam tot stand in overleg met het kabinet van de minister bevoegd voor justitie Zuhal Demir en de Cel Coördinatie Vlaams Handhavingsbeleid.
Academici, praktijkmensen en sociale partners gaven hun reflecties op het decreet en de problematiek van bestuurlijke handhaving. Uit de rondetafel blijkt dat verdere verbeteringen aan het kaderdecreet mogelijk zijn. Ook zijn bijkomende dialoog en inspanningen wenselijk om het decreet via sectorale decreten in praktijk te brengen.
De zomer van 2020 kondigt zich aan als de vierde droge zomer op rij. De klimaatverandering laat zich op die manier expliciet voelen en drukt ons met de neus op de feiten. Vlaanderen scoort slecht voor waterbeschikbaarheid en de droogte zet dit probleem op scherp. We kunnen ons dus maar beter goed voorbereiden om watertekorten en beperkingen in de watertoevoer in de zomer te vermijden.
De beste weg naar een sterk lokaal bestuur?
De Vlaamse Regering ziet de lokale besturen als ‘eerste bestuursniveau’ in Vlaanderen. Om de bestuurskracht te versterken, wil Vlaanderen inzetten op vrijwillige fusies en regiovorming omdat heel wat lokale beleidsuitdagingen zich niet laten vangen binnen de bestuurlijke grenzen van één lokaal bestuur.
De Vlaamse sociale partners erkennen het belang van lokale besturen voor het sociaal-economisch beleid in Vlaanderen. De coronacrisis heeft dit eens te meer onder de aandacht gebracht. In een recent advies ‘Kiezen voor meer gelaagde lokale bestuurskracht’ vraagt de SERV echter aandacht voor belangrijke randvoorwaarden bij deze bestuurlijke evoluties.
Tijdens dit online debat lichtten de SERV en de minister van Binnenlands Bestuur hun visie toe. Ook enkele bevoorrechte sprekers over de thema’s lokale bestuurskracht, gemeentelijke fusies en regiovorming kwamen aan het woord.
De Vlaamse sociale partners hebben een speciale band met het VRT-programma De Markt (cf. vroegere derden programma’s voor vakbonden en werkgeversorganisaties gingen op in dit sociaal-economisch programma). De sociale partners zijn ook regelmatig te gast in De Markt en soms komt ook een dossier van de SERV aan bod in het programma.
Ga naar het overzicht van de uitzendingen.
De SERV volgt de wettelijke bepalingen over de openbaarheid van bestuursdocumenten die gelden voor de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest.
Dat betekent onder meer dat de SERV aan ieder natuurlijk persoon, rechtspersoon of groepering ervan die erom verzoekt, de gevraagde bestuursdocumenten openbaar maakt door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen. Deze verplichting geldt niet als de aanvraag betrekking heeft op bestuursdocumenten die niet af of onvolledig zijn. In praktijk worden vrijwel alle beslissingen van de SERV gepubliceerd via zijn website en worden ze dus actief openbaar gemaakt.
In 2020 ontving de SERV geen aanvragen tot openbaarmaking van bestuursdocumenten.
De SERV ontving geen klachten in 2020.
De SERV-bibliotheek zoekt zoveel mogelijk aansluiting bij de inhoudelijke dossiers, de noden en de planning van de werkzaamheden van de SERV-(entiteiten).
Het SERV-documentatiecentrum maakt deel uit van het LIBIS-bibliotheeknetwerk. Door een overeenkomst tussen LIBIS en de bibliotheek Kanselarij en Bestuur van de Vlaamse overheid worden de Vlaamse overheidspublicaties uit het Vlaamse e-depot ingeladen in LIBIS. Via de zoekinterface LIMO zijn de publicaties full tekst raadpleegbaar. Op die manier genieten ook de SERV-publicaties een ruimere bekendheid.
Het documentatiecentrum bezit eind 2020:
Sinds 1 januari 2019 is er een nieuw bestuursdecreet van kracht. In het Vlaams Regeerakkoord 2014-2019 was het engagement opgenomen dat een aantal bestuurlijke decreten zouden worden samengebracht in één Vlaams bestuursdecreet, met als uitgangspunten het recht op kwaliteitsvolle dienstverlening en het recht op digitale dienstverlening. Het gaat o.a. om het archiefdecreet en het decreet hergebruik van overheidscommunicatie.
Zo is met dit nieuwe bestuursdecreet het digitaal beheren van bestuursdocumenten in voege getreden. Daarin zit ook de duurzame digitale bewaarstrategie voor de bestuursdocumenten van de SERV en zijn entiteiten vervat. Het informatiebeheersplan van de SERV en zijn entiteiten, dat geüpdated is, vormt de leidraad.
Samenstelling Commissie Sociale Economie
Voorzitter
Leden
Vertegenwoordigers van de sociale economie-ondernemingen
Vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties
Vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties
Onafhankelijke deskundigen
Vertegenwoordigers van het Departement Werk en Sociale Economie
Plaatsvervangende leden
Vertegenwoordigers van de sociale economie-ondernemingen
Vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties
Vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties
Vertegenwoordigers van het Departement Werk en Sociale Economie
Kunnen de vergadering bijwonen met raadgevende stem