Advies e-inclusie

advies op eigen initiatief

De SERV roept de Vlaamse overheid op om werk te maken van een e-inclusief digitaliseringsbeleid. Want de digitalisering gaat snel. Voor een grote groep burgers die digitaal niet mee zijn, creëert dat een steeds grotere afstand tot de overheid en de samenleving. Het kan leiden tot digitale uitsluiting. De SERV vraagt daarom dat alle publieke dienstverlening wordt ontwikkeld met expliciete aandacht voor e-inclusie. De SERV adviseert daarnaast dat de Vlaamse overheid meer samenwerkt met de social profit, non-profit en de privésector om e-inclusie ook in de ruimere samenleving re realiseren.

De digitalisering biedt veel voordelen. Maar niet iedereen is mee, zo blijkt. Bijna 15% van de gezinnen heeft geen computer (vaste PC, laptop of tablet) in huis. 25% van de alleenstaanden heeft thuis geen toegang tot het internet. Bijna 40% van de bevolking heeft geen of zwakke digitale vaardigheden. 18% van de actieve werkzoekenden ingeschreven bij de VDAB heeft geen e-mailadres. Het gaat dan vooral om 55plussers, kortgeschoolden en mensen met een taalachterstand (resp. 32%, 30%, 36% zonder e-mailadres). 40% van hen geeft als reden dat ze niet met een computer kunnen werken.

De SERV wil daarom dat e-inclusie hoog op de beleidsagenda komt.

De SERV vraagt dat de Vlaamse overheid een sturende en coördinerende rol opneemt om een visie op e-inclusieve digitalisering te ontwikkelen en de uitvoering ervan te garanderen binnen de verschillende entiteiten en naar de lokale besturen toe. Dat vergt een doorgedreven samenwerking en afstemming tussen beleidsniveaus en over beleidsdomeinen heen om e-inclusie te linken aan onder andere Vlaanderen Radicaal Digitaal, het bestuurlijk beleid en het diversiteitsbeleid. Een team beleidsambtenaren moet zich kunnen specialiseren en dit beleid kunnen uitwerken, binnen de verschillende entiteiten en naar de lokale besturen toe.

Ten tweede vraagt de SERV dat alle publieke dienstverlening e-inclusief aangeboden wordt. Van bij de start van de digitalisering van dienstverlening moet er e-inclusief gewerkt en gedacht worden. Dat betekent dat potentiële gebruikers betrokken worden en dat er samengewerkt wordt met intermediaire organisaties. Het is belangrijk dat de digitale dienstverlening van de overheid herkenbaar en betrouwbaar is. Een single-sign-on platform als ‘Mijn Burgerprofiel’ heeft het potentieel uit te groeien tot een slim platform om de dienstverlening naar de burgers toe te verbeteren en om verder digitaal te ontzorgen. Een dergelijk platform moet, in combinatie met gegevensdeling en pro-actieve attendering of toekenning van rechten, deel uitmaken van een slimme mix van kanalen, gebaseerd op het ‘click-call-face-home’-principe om te garanderen dat alle burgers toegang hebben tot de nodige dienstverlening. Ook is een e-inclusief medewerkers- en organisatiebeleid nodig.

Ten derde vraagt de SERV dat de Vlaamse overheid de e-inclusieve digitalisering ook uitdraagt naar de ruimere samenleving. Via netwerken en partnerschappen met social profit en non-profit en met privésector moet e-inclusieve digitalisering ook op andere terreinen verder ingang vinden. Het blijft daarnaast een belangrijke taak van de overheid om via het onderwijs maar ook via publieke computerruimten, begeleide e-loketten, laagdrempelige of kleinschalige initiatieven op maat te werken aan digitale (basis)vaardigheden en mediawijsheid. Ook initiatieven om digitale toegang te verzekeren voor iedereen moeten in het kader van e-inclusieve digitalisering verder onderzocht worden.