Vergeet de technologie als je aan een circulair project begint

Vlaanderen kan zeker een voorloper worden in de circulaire economie. En daarbij steken data en digitalisering een stevig handje toe. "Ondernemers moeten denken als wetenschappers. Je vertrekt van onzekerheid, formuleert een hypothese, experimenteert, kijkt of iets klopt, stuurt bij, en test een nieuwe hypothese."

Thomas Vandenhaute

Thomas Vandenhaute

In een lineaire economie maak je van grondstoffen onderdelen en producten, die na verkoop en gebruik weggegooid worden. Een recyclage-economie hergebruikt grondstoffen alvorens die weg te gooien. "Dat is nuttig, maar niet voldoende", meent Thomas Vandenhaute, project leader Circular Economy bij Sirris, het collectief centrum van en voor de technologische industrie. "Neem bijvoorbeeld aluminium. 60 procent van het aluminium in Europa wordt ingezameld en gerecycleerd. Dat betekent dat van 1 ton aluminium afval, 600 kilo gerecycleerd aluminium overblijft. Maar na vijf cycli is dat nog minder dan 50 kilo."

Daarom heeft onze planeet nood aan de circulaire economie, waarbij grondstoffen zo lang mogelijk in de kringloop blijven. "Maar hoe haal je als producent in de maakindustrie waarde uit een product met een oneindige levensduur?", stelt Thomas Vandenhaute. Om ondernemers in de circulaire economie op weg te zetten, maakte Sirris een recept voor een circulair businessmodel. (zie kader)

Onzekerheid als basis

"De eerste stap lijkt een beetje vreemd, maar: vergeet de technologie als je aan een circulair project begint’" zegt Thomas Vandenhaute. "Je vertrekt niet van technologie, maar van onzekerheid. Ondernemers moeten denken als onderzoekers: je formuleert een hypothese, experimenteert, kijkt of iets klopt, stuurt bij, en test een nieuwe hypothese."

Aerocat maakte bijvoorbeeld trolleys voor vliegtuigmaaltijden met veel technische snufjes. Maar die waren te duur voor de vliegtuigmaatschappijen. "Daarna ging Aerocat samenwerken met een cateraar. Nu werken ze aan een model dat die trolleys als een dienst verkoopt. Dankzij hun product wordt er minder voedsel weggegooid door de betere koeling, zijn de brandstofkosten lager, is er minder onderhoud, enzovoort. Eerst waren ze vertrokken van technologie. Maar nu ze het probleem van hun klant gevonden hebben, werkt het wel."

Begin dus niet met technologie, maar met een business need. Waar zit de nood van je klant? Data helpen in die zoektocht. "En je kan gerust beginnen met de makkelijke data: dingen die je al bezit uit klantenbestanden, verkoop, service. Verzamel gestructureerde data, die een reële meerwaarde geven. Is dat gewoon in een Excel-bestand? Prima! Zo ontdek je welke relaties je belangrijk vindt en welke niet nodig zijn. Automatiseer databeheer later.

Een voorbeeld: PAMI is een producent van kantoormeubilair, die aan een uitbreiding van zijn circulaire aanpak werkt. "Maar om te kunnen hergebruiken, moet je de status van het meubilair kennen. Is het al hergebruikt? Is het voor recyclage? Of geschikt voor remanufacturing? Dus heb je data nodig. Betekent dat dan dat ze van elke tafel een slim geconnecteerd product met wifi moeten maken? Wellicht is dat niet meteen noodzakelijk, en kunnen ze die data ook op andere manieren vinden."  

"Want wat als jij wil focussen op “as a service”, terwijl je verkopers nog leven in een cultuur van beloond worden omdat ze veel kilo’s van een product verkopen?"

Circulaire business betekent naar je hele organisatie kijken, waarschuwt Thomas Vandenhaute. "Zijn al je processen aangepast? Je moet mensen opleiden, aan je cultuur sleutelen, … Want wat als jij wil focussen op 'as a service', terwijl je verkopers nog leven in een cultuur van beloond worden omdat ze veel kilo’s van een product verkopen? Ook je informatiesystemen moet je aanpassen. Een bedrijf dat wasmachines verkoopt, en nu plots 'een product als dienst' gaat verkopen, zit met een informaticasysteem dat draait rond verkoop. En dan is een maandelijkse factuur voor een klant misschien niet mogelijk."

Lijn met de klant

Maar hoe kun je als maakbedrijf nu geld verdienen aan een product dat nooit kapot gaat? "Zodra je een product verkocht hebt, ben je de link met je klant kwijt", beseft Vandenhaute. "Klantenbinding is een grote uitdaging in de circulaire maakbedrijven. Met je eindgebruiker moet je een band opbouwen. Dat is een systemische shift. Het is continu een lijn openhouden naar je klant. Daar moet je kanalen voor zoeken. En dan kun je data of technologie gebruiken. Je moet relaties zoeken die je bij de klant betrokken houden."

"Zodra je een product verkocht hebt, ben je de link met je klant kwijt. Klantenbinding is een grote uitdaging in de circulaire maakbedrijven."

Technologiegroep Barco voerde bij zijn cinemaprojectoren een upgrade door, van lampprojectoren naar laserprojectoren, wat de klant een lager energieverbruik opleverde. "Maar waar kon Barco nóg meerwaarde vinden? In de laserprojector stopten ze sensoren, die de werking van de laser opvolgen via data over temperatuur, branduren, enzovoort. Op basis daarvan kan Barco zijn klanten voorstellen om over te stappen op meer geschikte apparatuur bij een veranderend gebruiksprofiel. Of bijvoorbeeld een klant waarschuwen voor een hoge temperatuur in de projectorkamer, die de levensduur van de projector bedreigde. Waarna bleek dat de airco van de klant niet goed werkte. Dat is klantenbinding."

Vlaanderen koploper

Vlaanderen kan absoluut een voorloper worden in de circulaire economie, denkt Thomas Vandenhaute. "We komen er misschien iets minder mee naar buiten dan de Nederlanders. Zij praten er meer over, maar hun circulaire economie lijkt me niet meer matuur dan de onze."

Bedrijven die hun structuren nu al geënt hebben op service, zien hun circulaire plannen sneller vooruitgaan. "NNOF bijvoorbeeld zijn gegroeid uit verhuisactiviteiten van onder meer kantoormeubilair. Ze zagen dat er veel goeie spullen weggegooid worden. Ze zijn in de dienstverlening gebleven, maar focussen nu op refurbishing en remanufacturing. Waarna hun concurrentie zei: wat weten verhuizers nu van meubels maken? Heel de markt is in beweging gekomen. Het gaat dus zeker vooruit."

Maakbedrijven die volop inzetten op circulair ondernemen zijn net als start-ups. "Ze hebben zelden zelf veel geld, en struikelen dan over de financiering. 'As a service' is een concept dat banken nog niet goed kennen. De financiers willen weten wat de waarde 'end of service' is. Of met andere woorden: wat is een lichtarmatuur nog waard, als na tien jaar 'light as a service' het contract niet verlengd wordt? Daar draait het natuurlijk niet alleen om in de circulaire economie. Maar dat maakt het voor circulaire starters wel moeilijk."

Lasten op arbeid

En hoe doet onze overheid het? "Circulaire economie staat op de agenda en dat is positief. Als aankoper mag de overheid dat wel nog systematischer laten meespelen in overheidsaankopen."  En als wetgever ziet Vandenhaute de overheid liever meer inspelen op de grote principes en minder op de specifieke productvereisten. "Je moet je kringloop kennen, in kaart brengen en een plan hebben om die te sluiten. Zo’n regel is zinvoller dan bepalen hoeveel procent recycleerbaar materiaal een product moet hebben. Want dat is waarschijnlijk niet interessant voor álle producten. En bovendien is dat moeilijk te meten, zeker als de producten almaar complexer worden."

"Vandaag zijn de arbeidskosten vaak te hoog om dingen te ontmantelen en de waardevolle stukken er uit te halen. Het is goedkoper om dingen te vernietigen. Maar wat is het meest waardevol voor de maatschappij?"

En als Thomas Vandenhaute één ding in de komende regeerakkoorden zou mogen schrijven? "Dan verlaag ik de lasten op arbeid en gaat de taks op CO2 en materialen naar omhoog. Dat is een hefboom, die een grote stimulans zou betekenen voor remanufacturing, hergebruik, …. Bovendien geeft dat laagopgeleiden en een groot deel van sociale economie kansen om bij te dragen tot deze noodzakelijke transformatie. Vandaag zijn de arbeidskosten vaak te hoog om dingen te ontmantelen en de waardevolle stukken er uit te halen. Het is goedkoper om dingen en dus waarde te vernietigen. Maar wat is het meest waardevol voor de maatschappij?"

Het circulaire recept of hoe digitalisering het circulaire model ondersteunt

Hoe begin je als ondernemer aan een circulair model? Alvast niet met technologie. Die sluipt er pas aan het einde in.

Thomas Vandenhaute van Sirris beschrijft het businessmodel van de circulaire ondernemer als een recept, waarbij je begint met het fileren van de data. "Je hakt de data in heel kleine stukjes. Daarna mix je de actoren die data nodig hebben met de actoren die beschikken over de data. Je maakt daar een homogeen mengsel van. En dan pas voeg je de juiste hoeveelheid technologie toe. Tot slot serveer je in kleine porties en kijk je naar de reacties."

  • Waarover heb je data nodig? Dat gaat over de locatie, de staat, de beschikbaarheid en de samenstelling van je product. "Een bedrijf dat vorkheftrucks verhuurt, ziet met tracking & tracing waar, hoe vaak en hoe intens die gebruikt of misschien zelfs misbruikt worden. Of is je product al aan het corroderen? Welke producten zijn binnenkort einde leven en waar kunnen we de wisselstukken uithalen? …"
  • Daarna ga je op zoek naar activiteiten die data opleveren. "En dan krijg je informatie via interacties in de waardeketen, of via producten die geconnecteerd zijn. Het kan dus ook dus van niet-geconnecteerde producten komen", benadrukt Thomas Vandenhaute.
  • Hoeveel data levert een product wanneer op, en met welke frequentie? Dat kan bij een onderhoud zijn, of bij reconditioning, refurbishing, of remanufacturing, waarbij een product herwerkt wordt naar de hogere normen van dat moment. "Er bestaan vele vormen van triggers: bijvoorbeeld een telefoontje van een klant om te melden dat iets kapot is tot data van een machinestatus die elke minuut worden doorgezonden."
  • Welke bronnen van data zijn er? "Vergeet niet dat ook niet-slimme producten data bieden. Een inspectierapport bijvoorbeeld leert je hoe snel dingen verslijten. Dat zijn nuttige data." Daarnaast zijn er slimme producten met sensoren, met edge computing, waarmee de data verwerkt worden in het product zelf. Of er zijn geconnecteerde producten en een systeem van geconnecteerde producten. "Daarbij krijg je gegevens van alle geïnstalleerde producten in de markt. Je vergelijkt bijvoorbeeld de slijtage van windmolens in het midden van een windmolenpark met die aan de zijkant. Dat combineer je dan met extra klimatologische data."
  • Wie zit tussen de noden aan data en de aanbieders van data? De grondstoffenleverancier, de maker, de transporteur, de installateur, de gebruiker, de afvalophaler, … "Nu beland je in een ingewikkeld kluwen. Want daar bereik je de kern: waar zit de waarde in euro’s voor die spelers? Dat is het waardeverhaal, het nieuwe businessmodel dat we zoeken."
  • Pas als alle data in stukjes gehakt zijn, en vermengd zijn tot een homogeen mengsel, komt ook technologie kijken. "Hoe kun je die gebruiken om het probleem van de klant te matchen aan het waardevoorstel dat jij geeft?"
  • Tot slot serveer je in kleine schaaltjes. "Dat is experimenteren. Test eerst je concept op kleine schaal. Zo bewaak je de risico’s. Daarna breid je stapsgewijs uit waar dat nuttig en nodig is. Er zijn bijvoorbeeld sensoren die een paar euro kosten en er zijn er die 100 of 200 euro kosten. Welke heb je nodig? Dat zoek je uit in 'kleine porties'."

Dit interview maakt deel uit van een reeks die de SERV maakt rond digitalisering. De digitalisering benutten als hefboom voor de transitie naar een circulaire economie is een van de kernaanbevelingen van de SERV. Over circulaire economie bracht de SERV ook een afzonderlijk advies uit.