Dit informatierapport analyseert de middelen voor het Vlaams economisch overheidsinstrumentarium buiten de begroting.
Beleidsvoering maakt gebruik van inputs (middelen, mensen...) om een bepaalde output te realiseren (prestaties, producten, diensten...) die de gewenste outcome moeten opleveren (maatschappelijke en economische effecten). De effectiviteit van beleid evalueren vergt idealiter niet enkel een zicht op de inputs en de outputs maar ook op de outcome. Het volstaat m.a.w. niet om na te gaan hoeveel euro beschikbaar wordt gesteld (input) of hoeveel middelen zijn doorgestroomd naar de beoogde doelgroep.
Door gebrek aan informatie is het echter vaak niet mogelijk om het beleid te evalueren op zijn effecten op het terrein (outcome). Dat is bij het economisch instrumentarium eveneens het geval. Toch wordt in dit rapport geprobeerd om zo ver mogelijk te geraken, door een antwoord te formuleren op volgende vragen, telkens uitgewerkt in een hoofdstuk:
- Stap 1: Welke middelen zijn in de afgelopen regeerperiode aan het Vlaamse instrumentarium besteed?
- Stap 2: In welke mate hebben deze middelen het beoogde doel dan wel de beoogde doelgroep bereikt?
Dit rapport is het tweede deel van een tweeluik over de Vlaamse middelen voor economisch beleid. Het eerste deel, dat begin oktober 2014 werd gepubliceerd, behandelt het economisch overheidsinstrumentarium binnen begroting, waarbij de aandacht exclusief op de middelen van het Fonds voor Flankerend Economisch Beleid (Hermesfonds) ligt.
Op basis van beide rapporten neemt de SERV zich voor zich te beraden over het Vlaams economisch steuninstrumentarium.