De SERV vindt het, samen met de adviesraden SARO, Minaraad en SALV, positief dat er werk wordt gemaakt van de operationalisering van de omgevingsvergunning. De raden wijzen wel op een aantal aandachtspunten. Zo is er nood aan verduidelijking van het verdere procesverloop en de timing van operationalisering van de vergunning en is een duidelijke, coherente en transparante toewijzing van de bevoegde overheid voor het verlenen van de vergunning noodzakelijk.
Het decreet omgevingsvergunning voorziet in de integratie van de milieuvergunning en de stedenbouwkundige vergunning in één omgevingsvergunning. In hun advies bij het uitvoeringsbesluit van het decreet, dringen de raden aan op een verduidelijking van enkele inhoudelijke punten, alsook van het verder verloop van het regelgevingsproces en de beoogde timing waarin de omgevingsvergunning geoperationaliseerd zal worden.
Daarnaast wijzen zij op enkele kritische randvoorwaarden die van essentieel belang zijn voor een volwaardige operationalisering van de omgevingsvergunning. Zo is het voor de burger niet eenvoudig om te achterhalen wie de bevoegde overheid is voor het verlenen van de vergunning. Een duidelijke, coherente en transparante toewijzing van de bevoegde vergunningverlenende overheid is nodig.
De raden vragen ook duidelijkheid over het toepassingsgebied van de vereenvoudigde vergunning en aandacht voor een evenwichtige en geïntegreerde adviesverlening. Ze benadrukken het belang van informeel en formeel overleg en wijzen op de nood aan een volwaardige ondersteuning van de gemeenten bij de implementatie van de omgevingsvergunning.
Tot slot benadrukken de raden de nood aan een volwaardige digitalisering van de procedures en wijzen ze op een aantal mogelijkheden voor verdere vereenvoudiging en versnelling ervan.