Advies betreffende het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaams Inburgeringsbeleid

De SERV en de commissie Diversiteit benadrukken dat het inburgeringsverhaal van rechten en plichten niet eenzijdig van toepassing mag zijn op de inburgeraars. Dit ontwerp van decreet houdt ten opzichte van de overheid de verwachting in dat verplichte inburgeraars kwalitatief hoogstaande vorming en ondersteuning ontvangen die het voor hen mogelijk maakt om een inburgeringstraject af te leggen met een duidelijke meerwaarde voor het integratieproces. De SERV en de commissie Diversiteit kunnen er verder inkomen dat de overheid, met het oog op de betaalbaarheid van het stelsel, prioritaire groepen bepaalt maar het is de plicht van de overheid om voor voldoende aanbod te zorgen zodat het onderscheid tussen verplichte, prioritaire en rechthebbende groepen niet leidt tot uitsluiting van deze laatste. Reeds in het advies 16 januari 2002 benadrukte de SERV dat voor de betrokkene het gehele inburgeringsproces één traject moet vormen. De SERV en de commissie Diversiteit herhalen in dit advies deze bekommernis.
Voor de SERV en de commissie Diversiteit is er een fundamenteel onderscheid tussen een verplicht traject met een inspanningsverbintenis en een dergelijk traject met een resultaatsverbintenis. Overstappen naar dit laatste kan voor de SERV en de commissie Diversiteit niet zonder een debat over de zinvolheid en de noodzaak er van. Hierbij moet ook de relatie tussen het vragen van een waarborg en de resultaatsverbintenis worden uitgeklaard.