Personen met een arbeidshandicap ervaren te veel belemmeringen op hun weg naar werk

Slechts vier op tien personen met een arbeidshandicap (door handicap of langdurige ziekte) zijn aan het werk als zelfstandige of werknemer. Dat kan beter volgens de Commissie Diversiteit. De Vlaamse sociale partners en kansengroepen zien hier een potentieel aan arbeidskrachten die meer kansen verdienen en ruimer inzetbaar zijn dan nu het geval is. Daarom vragen ze inactiviteitsvallen in het Vlaams werkgelegenheidsbeleid zoveel mogelijk te vermijden of te beperken en extra aandacht te hebben voor de rol van werk in het herstelproces van personen in arbeidsongeschiktheid. Ook het stimuleren van de bestaande mogelijkheden van gedeeltelijke werkhervatting kan helpen om een sterkere arbeidsmarktparticipatie te realiseren. Tot slot benadrukt de Commissie Diversiteit de nood aan informatie bij de verschillende betrokkenen in het begeleidingsproces, bv. over de gevolgen bij herval of de gevolgen voor het inkomen of andere inkomensgerelateerde voordelen.

Caroline Copers, voorzitter Commissie Diversiteit: "Personen met een arbeidshandicap zijn er vaak van overtuigd dat er geen passende jobs voor hen zijn, noch op de reguliere arbeidsmarkt, noch in de sociale economie. Dit is jammer. Elke inactiviteitsval die leidt tot de ontmoediging of beperking van deze personen om de stap naar werk te zetten moet aangepakt worden. Focussen op de aanwezige competenties in plaats van te kijken wat ze niet kunnen of tekort komen aan competenties is hierbij essentieel, zowel in het stimuleren naar (deeltijds) werk, als bij het bevorderen van hun herstelproces. Bovendien zorgt een integratie op de arbeidsmarkt voor een betere integratie in de samenleving."

Focus op competenties leidt sneller tot werk

Competenties spelen een belangrijke rol in het Vlaams arbeidsmarktbeleid dat sterk de nadruk legt op het versterken van individuele competenties en talenten. Wanneer men spreekt over arbeidsongeschiktheid gaat het echter te vaak over welke competenties men niet beschikt om goed te kunnen functioneren op de arbeidsmarkt. De sociale partners en de kansengroepen vragen meer waardering voor wat mensen met een arbeidshandicap wél kunnen. Deze bevestiging speelt een belangrijke rol in de stimulans om deze doelgroep aan het werk te krijgen. Daarnaast mag het belang van werk in het herstelproces van een persoon met arbeidshandicap niet onderschat worden. Mensen die sneller aan het werk gaan, herstellen sneller. Dit vraagt een wijziging in de visie op arbeidsongeschiktheid van adviserende geneesheren en behandelende artsen, werkgevers, vakbonden, ziekenfondsen, trajectbegeleiders en niet in het minst de betrokken personen zelf.

Gedeeltelijke werkhervatting moet worden gestimuleerd

Inactiviteitsvallen gaan verder dan louter financiële beperkingen. Voor een grote groep van personen met een arbeidshandicap die stappen naar werk willen zetten is het echter wel belangrijk om te kijken hoe een uitkering gecombineerd kan worden met inkomsten uit arbeid. Volledig terug aan het werk gaan is immers vaak niet meteen mogelijk. Via het bestaande systeem van gedeeltelijke werkhervatting kan dit op een meer geleidelijke manier. De sociale partners en kansengroepen vragen geen uitbreiding van dit systeem, maar wel een betere informatie hierover en promotie ervan bij alle betrokkenen binnen de begeleiding van een persoon naar werk. Zo bestaat er een online tool dat zeer concreet aangeeft wat de financiële gevolgen zijn bij bv. de overgang van deeltijds naar voltijds werk. Een goede omkadering bij het gebruik van dergelijke tools is cruciaal. De personen in kwestie worden bij voorkeur individueel begeleid bij het interpreteren van de informatie uit de tool om te kijken welke arbeidssystemen het best aansluiten bij hun persoonlijke situatie.

Nood aan informatie voor alle betrokkenen

Personen met een arbeidshandicap hebben nood aan zekerheid over de gevolgen van hun (her)intrede op de arbeidsmarkt. Het is dan ook belangrijk dat ze tijdens hun begeleidingstraject van iedereen een eenduidige en stimulerende boodschap krijgen over het zetten van stappen naar werk en duidelijke informatie krijgen over de mogelijkheden en de gevolgen van deze stappen.  VDAB, GTB (de gespecialiseerde trajectbegeleiding en -bepaling van personen met een arbeidshandicap), de ziekenfondsen en het RIZIV, die ook een bijdrage leverden aan het advies van de sociale partners en kansengroepen, sloten onder meer in dit kader in 2012 een samenwerkingsakkoord. Zo kreeg de adviserend geneesheer onder meer de bijkomende functie om mensen met een arbeidshandicap te informeren over terug aan het werk gaan en hen hiervoor aan te moedigen. Een vlotte doorstroom doorheen de verschillende stappen van het begeleidingstraject vereist een duidelijke communicatie.

Ook naar het federaal beleid toe doen de sociale partners en kansengroepen aanbevelingen om de arbeidsmarktparticipatie van personen met een arbeidshandicap aan te moedigen. Het stimuleren van gedeeltelijke werkhervatting is hier één van.

Contact