Betere leerkansen maar ook meer werkstress in industrie en bouw

Met een werkbaarheidsgraad van 50,9% klokt de secundaire sector (industrie en bouwnijverheid) in 2016 af op het Vlaamse arbeidsmarktgemiddelde. De vooruitgang, die tussen 2004 en 2013 werd geboekt, kon nadien niet geconsolideerd worden. De leermogelijkheden verbeterden maar het aandeel werknemers met werkdruk- en stressproblemen nam toe.

Terugval van de werkbaarheidsgraad onderzocht

Terwijl de werkbaarheidsgraad in industrie en bouw tussen 2004 en 2013 significant toenam van 50,6% in 2004 naar 53,4% in 2013, tonen de meetresultaten sindsdien een terugval in het aandeel werknemers met een werkbare job tot 50,9% in 2016. De sector volgt daarmee de trend op de Vlaamse arbeidsmarkt.

Evolutie van de werkbaarheidsgraad in de secundaire sector en op de Vlaamse arbeidsmarkt

Grafiek evolutie van de werkbaarheidsgraad in de secundaire sector en op de Vlaamse arbeidsmarkt

Bron: Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2016

Een blik op de onderliggende werkbaarheidsindicatoren geeft een duidelijk zicht op de knelpunten in de werksituatie van de werknemers in industrie en bouw in 2016:

  • 31,3% heeft af te rekenen met werkstressklachten;
  • 23,3% kampt met motivatieproblemen;
  • 20,8% heeft onvoldoende leermogelijkheden in de job;
  • 11,3% signaleert problemen in de werk-privé-combinatie.

Op het vlak van competentie-ontwikkelingskansen kan de secundaire sector een positief bilan voorleggen: het percentage werknemers met onvoldoende leermogelijkheden daalde van 26,9% in 2004 naar 20,8% in 2016. De verklaring ligt onder meer in een toegenomen opleidingsparticipatie: het aandeel werknemers, die op jaarbasis een bijscholing of bedrijfstraining volgen, nam in die periode toe van 33,4% naar 44,0%.

Sinds 2013 zien we echter ook een gevoelige toename van het aandeel werknemers met werkstressklachten (van 27,8% naar 31,3%). Ook voor ‘werk-privé-balans’ is er sprake van een negatieve evolutie: het aandeel werknemers in een probleemsituatie nam toe van 7,9% in 2010 over 9,7% in 2013 naar 11,3% in 2016. De ongunstige evolutie van deze indicatorscores wijst in de richting van een toegenomen arbeidsbelasting: het aandeel werknemers in de industrie en bouw dat aankijkt tegen een hoge werkdruk steeg in de afgelopen drie jaar van 30,2% naar 38,7%.

Een blik op het rapport van een aantal industriële sectoren en de bouwnijverheid

De meetresultaten van de werkbaarheidsmonitor voor de afzonderlijke sectoren liggen in lijn  met dit globale beeld van de werkbaarheidsevoluties in bouw en industrie.

Aandeel werknemers met werkbaarheidsknelpunten in (deelsectoren van) de zorg- en welzijnssector

Grafiek aandeel werknemers met werkbaarheidsknelpunten in (deelsectoren van) de zorg- en welzijnssector

Bron: Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2016

Het werkbaarheidsrapport 2016 voor de voedingsnijverheid springt nochtans in het oog. De relatief hoge scores voor het aandeel werknemers met onvoldoende leerkansen (27,9%), werkstressklachten (34,9%) en werkdrukproblemen (45,8%) resulteert in een werkbaarheidsgraad (43,3%) die ruim beneden de referentiecijfers voor het sectorcluster en voor de Vlaamse arbeidsmarkt ligt.

De Vlaamse Werkbaarheidsmonitor is een initiatief van de Vlaamse sociale partners en werd ontwikkeld door de Stichting Innovatie & Arbeid. De werkbaarheidsmeting 2016 kreeg de financiële steun van de Vlaamse minister bevoegd voor Werk. Alle informatie en onderzoeksresultaten vind je op www.werkbaarwerk.be.

Wil je op de hoogte blijven van de activiteiten van de Stichting Innovatie & Arbeid, abonneer je dan op onze nieuwsbrief. Schrijf je hier in.