Werkbaarheidsgraad hoger bij werknemers uit micro-ondernemingen

De werkbaarheidsgraad voor werknemers tewerkgesteld in micro-ondernemingen bedraagt in 2013 57,4% en ligt daarmee hoger dan de werkbaarheidsgraad in de overige ondernemingen. Dat betekent dat meer dan de helft van de werknemers in micro-ondernemingen een job heeft met het kwaliteitslabel ‘werkbaar werk’

57,4% van de werknemers uit micro-ondernemingen heeft werkbaar werk

We spreken over een werkbare job wanneer deze:

  • voldoende leermogelijkheden biedt,
  • goed te combineren is met het privéleven,
  • geen aanleiding geeft tot problematische werkstress,
  • de motivatie of het welbevinden bevordert.

Figuur1:Werkbaarheidsgraad van werknemers in de micro-ondernemingen en in de overige ondernemingen, 2013 (% van werknemers)

Grafiek werkbaarheidsgraad van werknemers in de micro-ondernemingen en in de overige ondernemingen, 2013 (% van werknemers)

Minder werkstress en betere werk-privé balans

Het aandeel werknemers met werkstress is voor micro-ondernemingen 25,2%. Voor de overige ondernemingen ligt dit aandeel op 29,5%. Vele factoren kunnen aan de basis liggen van werkstress. Belangrijk hierbij zijn de hoge werkdruk en onvoldoende ondersteuning vanuit de direct leiding. Het aandeel werknemers met hoge werkdruk ligt in micro-ondernemingen lager dan in de overige ondernemingen (22,5% versus 30,1%). Ook het aandeel werknemers dat te weinig ondersteuning krijgt van de directe leiding ligt lager in micro-ondernemingen (10,4% versus 15%).

Bij 8,9% van de werknemers in de micro-ondernemingen is de werk-privé-balans niet in evenwicht. Bij de andere ondernemingen is dat 11,2%. Ook hierbij spelen lagere werkdruk en minder problemen op het vlak van ondersteuning vanuit de directe leiding in micro-ondernemingen een rol.

Figuur 2: aandeel werknemers met werkbaarheidsknelpunten in micro-ondernemingen en in overige ondernemingen, 2013 (% van werknemers)

Grafiek aandeel werknemers met werkbaarheidsknelpunten in micro-ondernemingen en in overige ondernemingen, 2013 (% van werknemers)

Bron: Vlaamse werkbaarheidsmonitor2013, SERV-Stichting Innovatie & Arbeid

Het aandeel werknemers met een job met onvoldoende leermogelijkheden ligt hoger in micro-ondernemingen (19,8% versus 17,5%). Dit komt onder meer omdat micro-ondernemingen relatief meer arbeiders en uitvoerende bedienden tewerkstellen. Bij de micro-ondernemingen is 78% arbeider of uitvoerende bediende, bij de overige ondernemingen is dat aandeel slechts 56%. De functie van arbeiders en uitvoerende bediende kenmerkt zich door minder afwisseling in het werk. Onvoldoende afwisseling in het werk is de belangrijkste risicofactor voor onvoldoende leermogelijkheden.

Het aandeel werknemers met een job die onvoldoende motiveert verschilt niet tussen de micro-ondernemingen en de overige ondernemingen.

Meer informatie

Meer informatie vind je in het rapport ‘Werkbaar werk voor werknemers in micro-ondernemingen, werkbaarheidsprofiel op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor 2004-2013’.

Alle informatie over dewerkbaarheidsmonitor vind je op www.werkbaarwerk.be

De Vlaamse Werkbaarheidsmonitor is een initiatief van de Vlaamse sociale partners en werd ontwikkeld door de Stichting Innovatie & Arbeid met de financiële steun van het Europees Sociaal Fonds.