Advies over het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996

Advies over het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996

De SERV gaf advies over 2 decreetswijzigingen m.b.t. ruimtelijke ordening. De decreetswijzigingen zijn enerzijds een gevolg van rechtspraak en adviezen van de Raad van State. Daarenboven kunnen slechts een handvol gemeenten tegen de decretaal voorziene deadline van 1 mei 2005 voldoen aan de 5 decretaal gestelde voorwaarden om een autonoom gemeentelijk vergunningsbeleid te voeren. In zijn advies legt de raad een 5-tal accenten. Zo wordt ten eerste gepleit voor de opmaak van stamvoorschriften voor RUP’s die ook doorwerken naar de lagere planechelons. Verder dringt de raad erop aan dat binnen de bezinningsperiode van 2 jaar structurele oplossingen gevonden worden ten aanzien van de 5 voorwaarden waaraan het gemeenten moeten beantwoorden. Daarom vindt de raad dat de afschaffing van de ingebouwde sancties voorbarig is en rechtsonzekerheid schept voor zonevreemde woningen en bedrijven. Voorts ondersteunt de raad de verruiming van het medegebruik, mits hiervoor een uitvoeringsbesluit wordt opgemaakt. Tenslotte ondersteunt de raad de verlenging van de periode voor de opmaak van afwijkende BPA’s, maar wel met een einddatum die overeenkomt met de deadline voor het opmaken van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, namelijk 1 mei 2007.