Vlaams klimaatdoel eist durf, kapitaal en extra mensen

In het klimaatdebat ontbreken goede cijfers over hoeveel mensen en middelen nodig zijn om de CO2-uitstoot met 35% te verlagen tegen 2030. Ruw geschat moet twee tot drie keer meer worden geïnvesteerd in infrastructuur waardoor de Vlaamse bouwsector nood heeft aan 250.000 extra arbeidskrachten. Er zal 3 tot 12 miljard euro extra per jaar nodig zijn aan Vlaamse publieke middelen, afhankelijk van de keuzes die de nieuwe Vlaamse Regering maakt. Zij moet dus oplossingen vinden in discussies over begroting, infrastructuur en arbeidsmarkt. Dat zeggen de sociale partners van de SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen) in een nieuw advies over het klimaat- en energiebeleid.

Caroline Copers, voorzitter SERV: “De renovatie van woningen van gezinnen die het financieel niet breed hebben, is een cruciale uitdaging die veel te weinig aandacht krijgt. Het gaat over gezinnen die gemiddeld gezien in de slechtste en minst geïsoleerde woningen wonen en die zelf geen 40.000 tot 60.000 euro kunnen betalen voor een diepgaande energetische renovatie. De ondersteuning van die gezinnen is essentieel in de aanpak van klimaatverandering, armoede en woonnoden.”

Renovaties bij kwetsbare gezinnen zijn blinde vlek

De financiële uitdagingen van het klimaat- en energievraagstuk worden sterk onderschat. Dé uitdaging hierbij is woningrenovatie bij gezinnen die dat zelf niet kunnen betalen, ruim een kwart van alle huishoudens. Renovatie van woningen is essentieel, niet enkel in de aanpak van klimaatverandering, maar ook van armoede en woonnood. Tegen 2030 moeten er voor die gezinnen naar schatting 500.000 private woningen, 200.000 private huurwoningen en 50.000 sociale woningen gerenoveerd worden. Er wordt veel hoop gesteld op private financieringsconstructies, terwijl deze diepgaande renovaties zich niet of nauwelijks terugverdienen. Dat betekent dat veel publieke middelen nodig zullen zijn.

Financieel plan gezocht

Er is dringend nood aan een becijferd debat en aan een plan over hoe de -35%-doelstelling gestimuleerd en sluitend gefinancierd kan worden. Naast woningrenovatie bij kwetsbare gezinnen, moet ook geïnvesteerd worden in scholen, De Lijn en fietsinfrastructuur. Afhankelijk van de gemaakte keuzes stijgen de Vlaamse publieke uitgaven met 3 tot 12 miljard euro per jaar. Daar komt bij dat ook andere domeinen zoals zorg en onderwijs meer middelen vragen. Dat zal de Vlaamse begroting op scherp zetten. Die bedraagt nu ongeveer 45 miljard euro per jaar.

De discussies over nieuwe of aangepaste financieringspistes zijn volgens de SERV tot nu toe ook onvoldoende gedocumenteerd, verfijnd en verruimd gevoerd om een beslissing ter zake te kunnen nemen. De meest besproken denkpistes zijn naar schatting goed voor 3 tot 9 miljard euro extra inkomsten per jaar. Belangrijke kanttekening hierbij is dat een deel hiervan federaal geregeld wordt of dat er allerhande claims op rusten waardoor het niet zeker is dat deze middelen beschikbaar worden voor Vlaamse klimaatuitgaven.

Klimaatbeleid uit zijn kot: van infrastructuur tot arbeidsmarkt

De financiële uitdagingen maken duidelijk dat het klimaat- en energiebeleid in de nieuwe Vlaamse legislatuur opgetild moet worden naar bredere discussies rond begroting en fiscaliteit. Om de -35%-klimaatdoelstelling in 2030 te kunnen bereiken is ook vooruitgang nodig in andere discussies die het klimaatthema overstijgen, zoals woonnoden, armoede, mobiliteit en betere data en beter bestuur. Een geïntegreerde ruimtelijke infrastructuurplanning moet uitstippelen hoe de infrastructuur in Vlaanderen wordt vernieuwd en aangepast aan de klimaattransitie. De komende jaren moet naar schatting twee tot drie keer meer geïnvesteerd worden in gebouwen, mobiliteit, energie en andere infrastructuur. Om die infrastructuurwerken uit te voeren, moet de bouwsector op zoek naar 250.000 extra arbeidskrachten. Daarmee is het succes van het klimaatbeleid ook gelinkt aan de strategieën om arbeidskrapte aan te pakken. Tot slot zijn ook betere data en beter bestuur cruciaal om het klimaatbeleid de komende jaren de nodige vaart te kunnen geven zodat de 2030-doelen binnen bereik komen.

Contact