Advies vluchtelingen, één jaar verder

advies op eigen initiatief

Op 25 mei 2016 maakte de Commissie Diversiteit een advies op eigen initiatief naar aanleiding van de verhoogde instroom van vluchtelingen. Een jaar later, en in navolging van de SERV-academie 'Vluchtelingen en Werk' van 26 april 2017, maakt de commissie een eerste balans op van het gevoerde beleid. De Commissie Diversiteit waardeert dat de aanbevelingen en sleutels uit het vorige advies ter harte genomen zijn en mee de basis vormden voor het actieplan ‘integratie door werk’ van de VDAB. Een van de belangrijkste aanbevelingen uit het advies was om op korte termijn een degelijke coördinatie te realiseren over beleidsdomeinen en beleidsniveaus heen. Dit coördinerend beleid lijkt vandaag nog niet volledig gerealiseerd. Om te komen tot snelle en duurzame trajecten naar werk gaf de commissie aan dat  ze een centrale samenwerkingsovereenkomst tussen VDAB en het Agentschap Integratie en Inburgering cruciaal vindt, maar dat ook duidelijke afsprakenkaders met andere betrokken stakeholders en lokale partners belangrijk zijn. De commissie apprecieert dat een deel van deze partnerschappen reeds zijn aangegaan, maar stelt ook vast dat deze nog niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd.

Zo blijkt dat de bestaande partnerschappen nog niet geleid hebben tot een verhoogde instroom van asielzoekers, vluchtelingen en subsidiair beschermden bij de VDAB. Hoewel de commissie het positief vindt dat het aanbod van de VDAB ten aanzien van anderstalige werkzoekenden werd uitgebreid naar asielzoekers, vluchtelingen en subsidiair beschermden in plaats van een apart aanbod uit te werken, vindt ze het problematisch dat de VDAB geen zicht heeft op het bereik van deze subgroep binnen haar cijfers. Vervolgens vindt de commissie ook de (voorlopig) ontbrekende samenwerkingsovereenkomst met onderwijs een belangrijk hiaat. Dit is niet alleen belangrijk voor een betere toegang tot het initieel onderwijs, maar ook voor een goede aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, certificeringsmogelijkheden, een vlottere gelijkschakeling van diploma’s en voor de uitbouw van een integraal beleid rond het formeel erkennen van competenties.

De Commissie Diversiteit vraagt om de bestaande samenwerkingsverbanden verder te versterken en de ontbrekende samenwerkingen snel realiseren. Daarnaast herhaalt de commissie dat een coördinerend beleid zich moet vertalen in sterke partnerschappen op het terrein. Lokale besturen kunnen hier een verbindende rol spelen door hun lokale regierol inzake integratie ten volle op te nemen. Ook pleit de commissie voor het stimuleren van meer intergemeentelijke samenwerking. Wel herhaalt de commissie dat vluchtelingen benaderd moeten worden als gelijkwaardige personen die vanuit hun talenten en competenties hun eigen integratietraject in handen kunnen nemen.