IOA 2014

Project status
Afgerond

De IOA (Innovatie, Organisatie en inzet van Arbeid) -enquête gaat over de mate waarin nieuwe innovatie-, organisatie- of arbeidsconcepten worden toegepast in de Vlaamse economie. Het onderzoek wil zicht krijgen op feitelijke ontwikkelingen in organisaties over een langer tijdsperspectief.

Sinds 1998 peilt de Stichting Innovatie & Arbeid naar de toepassing van nieuwe vormen van technologie, management, organisatie en arbeidsinzet in de Vlaamse economie. De bedoeling van deze IOA-enquête (voorheen TOA of Technologie, Organisatie en Arbeid enquête) is een kwantitatief zicht krijgen op de feitelijke ontwikkelingen in organisaties over een langer tijdsperspectief. Op basis van een selectie van items uit deze enquête wordt sinds 2011 ook de ICO2020 berekend, de Indicator voor Competentiegerichte Ondernemingen.

De IOA-enquête wordt driejaarlijks telefonisch afgenomen bij een representatieve steekproef van ondernemingen en organisaties uit Vlaanderen en (Nederlandstalig)  Brussel.

Wat onderzoeken we?

In de IOA-enquête 2014 zitten een aantal basisvragen die een breed spectrum van organisatiepraktijken bestrijken, zoals opleiding, competentiebeleid, werkoverleg, evaluatie van personeel, kwaliteitszorg, teamwerk en een uitgebreid luik over innovatie op het vlak van product of aanbod, werkprocessen en technologisch.

Daarnaast zijn in deze editie een aantal vragen opgenomen over Het Nieuwe Werken, het vinden van geschikt personeel en de inschatting van de economische vooruitzichten.

Werkwijze

De enquête wordt driejaarlijks telefonisch afgenomen bij een representatieve steekproef van ondernemingen en organisaties uit Vlaanderen en Nederlandstalig Brussel. Het gaat om bedrijven en organisaties met minstens één werknemer, uit alle sectoren, inbegrepen het onderwijs, de overheid en de social profit.

De respondenten zijn de personeelsverantwoordelijken of zaakvoerders. De interviews gebeuren aan de hand van een volledig gesloten vragenlijst. De steekproeven zijn gestratificeerd naar sector (industrie inclusief primaire sector, diensten, bouw en Overheid, quartaire sector) en grootte. De gegevens worden achteraf gewogen voor de totaalcijfers. Voor elke editie wordt een nieuwe steekproef getrokken.

Voor de editie 2014 werd een deel van de interviews via een web-enquête afgenomen en werd een deel van de vragenlijsten via web afgenomen, met het oog op het verminderen van de last voor de respondent en om te besparen. De antwoorden op de vragen verschillen echter te sterk tussen de telefonische- en de webinterviews, met uitzondering van de categorie met 200 of meer werknemers. Enkel van deze laatste worden de gegevens van de webenquête standaard mee opgenomen met de basisgegevens van de telefonische enquête.

Er werden voor 2014 1167 volledige vragenlijsten afgenomen. De netto-respons (volledige deelnames tov weigeringen) lag op 56% voor de telefonische enquête, voor de webenquête lag dit voor de 200+ op 46%.

Timing

De vragenlijst is afgenomen in mei en juni 2014. De analyse loopt tot de zomer van 2015. De resultaten worden in verschillende rapporten gepubliceerd. Het eerste rapport gaat over de ICO2020 en het innovatiecijfer. De volgende rapporten gaan over Het Nieuwe Werken, moeilijkheden bij aanwervingen, Innovatie en competentiebeleid.

Resultaten

Competentie- en opleidingsbeleid bij de Vlaamse ondernemingen en organisaties

Het aantal ondernemingen en organisaties dat opleidingen en on-the-job training voor het personeel voorziet, neemt toe. Ook het gebruik van competentieprofielen stijgt. Wanneer een onderneming of organisatie kampt met aanwervingsmoeilijkheden zal deze vaker een expliciet competentie- en opleidingsbeleid voeren. Deze ondernemingen en organisaties voorzien vaker on-the-job training, startopleidingen en persoonlijke ontwikkelingsplannen en stellen vaker een algemeen opleidingsplan op. Ook groeiende ondernemingen en organisaties beschikken vaker over een algemeen opleidingsplan. Ze voorzien ook vaker opleidingen en functioneringsgesprekken en maken meer gebruik van competentieprofielen. Ondernemingen en organisaties die een competentie- en opleidingsbeleid voeren, zijn vaker innovatief (op het vlak van producten en diensten) en behalen een grotere omzet met deze innovaties. HR-instrumenten zoals competentieprofielen, functioneringsgesprekken, persoonlijke ontwikkelingsplannen, opleidingen en startopleidingen worden in ondernemingen en organisaties vaak gecombineerd gebruikt.

Teamwerk in Vlaanderen

Bijna vier op de tien ondernemingen en organisaties (met tien of meer werknemers) werken met teams (37%). Dat is een lichte toename ten opzichte van 2011 (34%). Daarmee is de dalende trend die zich manifesteerde tussen 2004 en 2011 gekeerd. Dat blijkt uit de driejaarlijkse IOA-enquête (Innovatie, Organisatie en inzet van Arbeid) die de Stichting Innovatie & Arbeid in 2014 uitvoerde bij een representatieve steekproef van ondernemingen en organisaties uit Vlaanderen en (Nederlandstalig) Brussel. Teamgeorganiseerde ondernemingen en organisaties blijken vaker groeibedrijven te zijn, te innoveren en een competentiegericht personeelsbeleid te hebben.

ICO 2020 en innovatiecijfer

In het Pact 2020 staat als doelstelling geformuleerd dat in 2020 meer bedrijven een sectoren een strategisch competentiebeleid moeten voeren tegen 2020. De Indicator Competentiegerichte Ondernemingen en organisaties (ICO)2020 berekent driejaarlijks de vorderingen van deze doelstelling bijbedrijven ondernemingen en organisaties met 10 of meer werknemers in alle sectoren. De indicator geeft het percentage aan van het het aantalbedrijven ondernemingen en organisaties dat goed scoort op de meerderheid van een reeks items die betrekking hebben op strategisch competentiebeleid.

40,3% van de ondernemingen en organisaties met minstens 10 werknemers behalen in 2014 8 of meer van de 15 punten op de criteria. In 2011 was dat 37,6%, een verschil van 2,7 procentpunten dat statistisch niet significant is.

Bedrijven die de ICO-score behalen blijken veel vaker ook nieuwe of sterk verbeterde producten of diensten op de markt te brengen. Bovendien blijken bedrijven die de ICO-score behalen, vaker aan te geven dat ze in het recente verleden groei hebben gekend en dat ze voor de nabije toekomst groei verwachten.

Cijfers over Het Nieuwe Werken

7% van de onderzochte ondernemingen en organisaties passen telewerken, aangepaste kantoorinrichting, papierloos werken en competentiegericht personeelsbeleid toe. Opmerkelijk hierbij is de toename van telewerken. In de laatste drie jaar is het aandeel ondernemingen en organisaties dat telewerken toepast, gestegen van 13,5% naar 30,7%. Het onderzoek geeft aan dat Het Nieuwe Werken (nog niet) als samenhangend concept wordt ingevoerd. De vier pijlers van Het Nieuwe Werken vinden we elk op zich in heel wat ondernemingen en organisaties terug, maar de integratie er tussen is niet krachtig of frequent genoeg om van een rode draad te spreken.

Groei van ondernemingen en moeilijkheden bij aanwerving

Drie op de vier ondernemingen werft nieuwe personeelsleden aan. De meeste daarvan, twee op de drie, ervaren daarbij moeilijkheden bij het vinden van personeel met de juiste kwalificaties. Dit komt neer op de helft van alle ondernemingen en organisaties. Daarnaast geven bijna vier op de tien ondernemingen aan dat ze in het recente verleden groei hebben gekend. Drie op de tien geven behoud aan en de resterende twee geven aan dat hun activiteiten zijn teruggelopen. Bij vraag naar de inschatting van de evolutie in de nabije toekomst zijn de respondenten voorzichtiger en kiest bijna de helft voor ‘behoud’.

Innovatie in de ondernemingen en organisaties

Innoveren is vaak geen geïsoleerd proces binnen de bedrijfsvoering. Ondernemingen en organisaties die innoveren op één domein, innoveren vaak op andere domeinen. Gemiddeld innoveert een onderneming of organisatie op twee domeinen. 8% van de ondernemingen en organisaties in Vlaanderen innoveert zelfs op alle domeinen van de bedrijfsvoering tegelijk. Zij innoveren niet alleen hun producten of diensten, processen en technologieën, maar ook hun organisatiestructuur en personeelsbeleid. Innoveren doe je niet alleen: veel bedrijven werken hiervoor samen met innovatiepartners. Ook de inbreng van werknemers stimuleert innovatie.

Resultaten van vorige edities

Sommige onderwerpen komen niet meer aan bod in de editie 2014 maar waren wel opgenomen in vorige edities. Misschien vindt u nog relevante gegevens in de rapporten van de editie 2011.

Bekijk ook het overzicht van de publicaties van 2011