Telewerken in coronatijd

De coronapandemie heeft verregaande gevolgen voor de manier waarop mensen over de hele wereld leven en werken. Een van de veranderingen die heel zichtbaar is, is het aantal mensen dat van thuis uit werkt. Onderzoek van Eurofound laat zien in welke landen in Europa de hoogste percentages mensen telewerken. 

De volledige impact van COVID-19 op de arbeidsmarkt valt nog te bezien, maar het is waarschijnlijk dat de mate van telewerken in Europa, en als gevolg daarvan de relaties tussen werkgever en werknemer, permanent zullen veranderen.

Telewerken in pré-coronatijd

In 2015 werkte ongeveer een vijfde van de werknemers in Europa van thuis uit.  De verschillen tussen de lidstaten waren vrij groot: in Italië werkte slechts 8% van de werknemers van thuis uit, terwijl dit in Denemarken 38% was. 

Redenen voor deze diversiteit in Europa:

  • De affiniteit van een land met technologie
  • De beschikbaarheid en kwaliteit va de technologische infrastructuur
  • De managementcultuur
  • Het streven naar een hogere productiviteit in bedrijven
  • De vraag van werknemers naar meer flexibiliteit (waar en wanneer je werkt)
  • De vraag van werknemers naar een betere werk-privé balans 

Impact van de pandemie op telewerken

De Living and Working Covid-19 enquête van Eurofound biedt een goede inkijk in de verspreiding van telewerk, wie de thuiswerker is en welke impact telewerken heeft op het welzijn van thuiswerkers tijdens de lockdown. 

In april 2020 werkte 39% van de werknemers in Europa van thuis uit (tegenover 20% voor corona). In juni/juli 2020 was dat aantal gestegen naar 48% (34% werkte 100% thuis, 14% combineerde thuis met de werkplek).

Slechts 4 landen halen geen 30% thuiswerkers (in april 2020). Er zijn grote verschillen tussen de landen: van 18% thuiswerkers in Roemenië tot 59% in Finland. Het hoogste percentage werknemers dat van thuis werkte vinden we in de Scandinavische landen en de Benelux (die ook voor corona de meeste thuiswerkers telden). In België zitten we aan 56%, daarmee zitten we bij het hoogste niveau in de EU.

Wie werkt thuis tijdens de pandemie?

Het profiel van de thuiswerker tijdens de pandemie leunt dicht aan bij het profiel van voor corona. De scholingsgraad weegt het zwaarste door: driekwart van de hooggeschoolden werkt van thuis uit, bij de kort geschoolden is dat 10%. Dat was ook voor de pandemie al zo.

Vrouwen zijn iets vaker thuis gaan werken dan mannen (41% versus 37% in april 2020 en 50% versus 46% in juni / juli 2020). Voor de pandemie was het net andersom, toen werkte 21% van de mannen thuis tegenover 18% van de vrouwen.

De grootste stijging in telewerken zien we bij de jongere werknemers. Dit kan er op wijzen dat COVID-19 de toegang tot telewerken gelijk heeft gemaakt en de status gerelateerde dimensie van toegang tot telewerk op zijn minst voorlopig heeft geneutraliseerd. 

De aanwezigheid van schoolgaande kinderen in het huishouden maakte weinig uit voor het  thuiswerken tijdens de crisis. Dit zou bevestigen dat de belangrijkste bepalende factor bij thuiswerken de aard van het werk en de haalbaarheid van telewerken is, eerder dan de individuele of huishoudelijke omstandigheden van de werknemers. 

Ook wie in een stad woont werkt vaker van thuis uit (dat was ook zo voor de pandemie). 

Werknemers die van thuis uit werken bleven meestal hetzelfde aantal uren werken en hadden ook meer vertrouwen in het behouden van hun baan. Thuiswerkers voelden zich ook minder onzeker over hun financiële situatie. Zij rapporteren vaker dat ze zonder problemen ‘rond konden komen' (75% in april, 76% in juni/juli). Bij werknemers die niet thuis werkten gaven slechts 49% in april en 56% in juni/juli dat ze konden rondkomen.

Werkbaar thuiswerk?

In het onderzoek van Eurofound worden maar enkele aspecten van werkbaar werk bekeken. Wat opvalt is dat werknemers aan geven dat de grens tussen werk en privé vervaagt. Bijna de helft van de telewerkers (48%) meldt in april dat ze in hun vrije tijd werkten (minstens één à twee keer per week) om te voldoen aan de verwachtingen van het werk. Dat is twee keer zoveel als bij de mensen die niet telewerken (23%). In juni/juli neemt dat verschil nog toe: 47% tegenover 17%). 

Tegelijk besteden thuiswerkers (vooral ouders van schoolgaande kinderen) ook meer tijd aan onbetaald huishoudelijk werk dan werknemers die niet thuiswerken. Vrouwen doen nog altijd meer huishoudelijk werk, ook in coronatijden. Mannen doen gemiddeld 30 uur huishoudelijk werk als ze thuiswerken, 17 uur als ze op het bedrijf werken. Bij vrouwen is het verschil minder groot: 38 uur per week als je thuiswerker bent, 28 uur als je dat niet bent.

Covid-19 is tijdelijk, telewerken here to stay?

In heel wat publicaties wordt voorspeld dat er na corona een groeiende vraag zal zijn van werknemers om te telewerken. In het onderzoek van Eurofound gaven 78% van de Europese werknemers aan dat ze na corona in ieder geval af en toe thuis willen werken. 

32% van de werknemers wil meerder keren per week thuiswerken, 13% wil dagelijks thuiswerken. Dit betekent dat toch heel wat mensen de voorkeur geven aan een, weliswaar gedeeltelijke, terugkeer naar de werkplek

Lees het volledige rapport https://www.eurofound.europa.eu/sites/default/files/wpef20020.pdf