Digitalisering in Industrie 4.0

Project status
Afgerond

In de visienota De transitie naar een digitale samenleving: aanzet voor een integrale beleidsagenda beklemtoont de SERV het belang van strategische digitalisering in het kader van industrie 4.0 en stelt dat het essentieel is dat diverse actoren zoals overheden, werkgevers, vakbonden en sectororganisaties hard blijven inzetten op sensibilisering om de implementatie van digitale technologieën te versterken en te versnellen.

De vierde industriële revolutie Industrie 4.0 is meer dan een klassiek innovatieproces, het is dieper en meer radicaal. Digitale technieken zoals slimme sensoren, artificiële intelligentie, IoT platforms, locatiebepalingen en mens-machine interfaces grijpen diepgaand in op de bedrijfsvoering. Bedrijven die de evolutie naar Industrie 4.0 volgen, zullen de komende jaren een impact ervaren van digitalisering op hun producten, processen en zakenmodel. Voorlopers zien digitalisering vandaag als strategisch en werken doelbewust op verschillende bedrijfsdomeinen tegelijk.

Wat onderzoeken we?

De Stichting brengt met een kwalitatief onderzoek voorbeelden van hoe bedrijven hun businessmodel en productieprocessen vormgeven met het oog op verdere digitalisering en innovatie in het kader van de Industrie 4.0-opportuniteiten. Speciale aandacht zal gaan naar hoe bedrijven in hun processen, samenwerking en klantenrelaties omgaan met disruptieve trends.

De centrale onderzoeksvraag in de cases is hoe binnen de bedrijven de bedrijfsstrategie en het businessmodel worden hertekend omwille van digitaliseringsprocessen in het kader van de Industrie 4.0-opportuniteiten. We gaan ook na welke netwerken en welke actoren in dit transitieproces voor de bedrijven van belang zijn.

Werkwijze

In een eerste fase verzamelen we informatie via vakliteratuur en verkennende gesprekken met experten in het veld.

In een tweede fase voeren we casestudies uit in enkele sectoren van de maakindustrie. Bij de deelvragen nemen we expliciet de drempels en hefbomen bij enerzijds het management, bestuurders, aandeelhouders, familie en anderzijds bij de werknemers en werknemersorganisaties bij de implementatie van digitale technieken Industrie 4.0 mee.

Het onderzoek zal voor meer inzichten zorgen in hoe de overheid de digitalisering in bedrijven nog beter kan ondersteunen. Voor dit onderzoek bouwen we verder op vroeger onderzoek over open innovatie en de ondersteuning door de overheid.

Timing

Het project werd in juni 2019 afgerond.

Resultaten

Vijf sectoren en vijf bedrijven 

De vijf beschreven sectoren en bedrijven zijn de confectie met het bedrijf Alsico, de voeding met Dekeyzer-Ossaer, de meubelsector met Haelvoet, de metaalsector met C-MEC en de grafische sector met Burocad. We voerden gesprekken met vertegenwoordigers van de sectorfederaties en met de bedrijfsleiding van de betrokken bedrijven. Ook hadden we aparte gesprekken met aanspreekpunten bij de sectorale vakbonden over (hun visie rond) de impact van Industrie 4.0 op de jobs en het sociaal overleg in hun sector en de rol van de overheid. 

Stapsgewijze implementatie van nieuwe digitale toepassingen 

Industrie 4.0 is in de onderzochte sectoren en bedrijven gericht op het verbeteren van de performantie van de bedrijfsvoering en het ondersteunen van de medewerkers bij het uitvoeren van hun taken. 

In de onderzochte sectoren wordt Industrie 4.0 stapsgewijs in de bedrijven geïmplementeerd, aangepast aan de specifieke activiteiten van de sector en het bedrijf. De impact van de digitalisering Industrie 4.0 laat zich volgens de experten in alle vijf de sectoren vooral voelen in de productieprocessen. Data worden gebruikt om de kwaliteit van de producten te verbeteren en om de productie efficiënter te maken. De mogelijkheden voor doorgedreven automatisering en/of robotisering zijn afhankelijk van de sector. De confectiesector is moeilijker te automatiseren omwille van de complexe handelingen en eenzelfde argument geldt voor de meubelsector. De opvolging kan men digitaliseren, de productie niet of niet volledig. In de metaalsector is automatiseren in meer gevallen mogelijk, maar ook hier beperkt als het om maatwerk gaat en juist het maatwerk neemt toe. Het gebruik van ondersteunende assets zoals VR/AR is in eerste instantie in opmars in verpakkingsafdelingen, terwijl (ontwerp-) softwarepakketten met tekenfuncties meer in de voorbereiding ingezet worden. Als cobots ingezet worden is dit vooral bij productie van kleine series, zoals bijvoorbeeld in de voedingssector bij de afwerking van brooddeeg voor het bakken. 

Binnen de sectororganisaties, waarbij onder meer binnen de metaalsector die zich hiervoor baseert op (arbeids-)sociologisch onderzoek, groeit de aandacht voor human centred design bij de implementatie van digitale technieken Industrie 4.0. Industrie 4.0 kan niet gerealiseerd worden zonder de betrokkenheid van de werknemers en is ook gericht op ondersteuning van de werknemers bij het werk. 

Drempels en hefbomen 

De belangrijkste drempels bij de implementatie van Industrie 4.0 zijn voor alle sectoren de kennis over de toepassingen van de technologieën 4.0 en zeker voor kleinere bedrijven de financiering ervan. Efficiëntie en potentiële win(st)situaties zijn de belangrijkste hefbomen. Hierbij spelen de vragen van de klanten – het klantenperspectief als uitgangspunt - een belangrijke rol.  

Industrie 4.0 vraagt ondersteuning van de overheid 

Noodzakelijk voor een geslaagde implementatie is de net- en samenwerking met alle interne betrokkenen en een open innovatie met andere bedrijven in de waardeketen. 

Zowel de gesprekspartners in de bedrijven als die in de sectoren verwachten van de overheid informatie over de mogelijkheden van Industrie 4.0, sensibilisering en ondersteuning van de bedrijven bij de implementatie van digitale technologie Industrie 4.0 en het opzetten van netwerking en samenwerking tussen de bedrijven en met kenniscentra. Ook achten zij het van groot belang dat de overheid goede praktijkvoorbeelden in de kijker zet. Wat de economische context betreft, verwachten zowel bedrijven als sectorverantwoordelijken van de overheid transparante wetgeving en een level playing field. Tenslotte moet volgens onze gesprekspartners de overheid de digitale kennis en vaardigheden centraler zetten in het reguliere onderwijs, in de opleidingen voor werkenden en werkzoekenden en in de bedrijfsinterne opleidingen. Industrie 4.0 vraagt immers van alle werknemers affiniteit met en kennis van datagebruik.  

Visie van de sectorale werknemersorganisaties op Industrie 4.0 

Werknemersorganisaties volgen de impact van Industrie 4.0 op de kwantiteit en de kwaliteit van het werk sterk op. De gesprekspartners bij de sectorale werknemersorganisaties pleiten voor een sociale Industrie 4.0 met inzet van de digitalisering op meer en betere jobs. De impact van Industrie 4.0 is voor hen niet eenduidig en uit zich vooral in verschuivingen van taken en functies. In Industrie 4.0 krijgen bijna alle functies te maken met controle en verwerking van data en met data-analyse.  

De gesprekspartners bij de sectorale werknemersorganisaties zijn vragende partij om met de sectorfederaties samen te werken bij de implementatie van Industrie 4.0 en willen mee werk maken van een vakbond 4.0. Alleen zo kunnen duurzame antwoorden worden geformuleerd op de uitdagingen van veranderende competentienoden, vragen en mogelijkheden op het vlak van flexibiliteit, potentiële privacy-conflicten en de blijvende zoektocht naar duurzame tewerkstelling. 

Samen met de sectorfondsen kan gewerkt worden aan een duurzaam loopbaanbeleid voor alle werknemers, in samenwerking met de personeelsverantwoordelijken in de bedrijven. 

SERV-advies  Industrie 4.0 

Naar aanleiding van dit rapport bracht de SERV een advies over Industrie 4.0 uit.