Advies wijziging milieuhandhavingsbesluit

advies op vraag
Vlaams minister van Leefmilieu Natuur en Cultuur
Joke Schauvliege
Voorontwerp van besluit tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de evaluatie van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid

sluikafval langs de weg?In uitvoering van het gewijzigde milieuhandhavingsdecreet wordt ook het milieuhandhavingsbesluit gewijzigd, waarover de SERV en Minaraad adviseren.

De raden vinden de overschakeling van een jaarlijks naar een vijfjaarlijks milieuhandhavingsprogramma een positieve evolutie, mits mogelijkheid tot tussentijdse jaarlijkse evaluaties.
De raden vinden het aangewezen om de 1,8 miljoen euro van de gemeentelijke en provinciale samenwerkingsovereenkomsten die wordt bestemd voor een versterking van het handhavingsbeleid op Vlaams niveau, in te zetten voor de programmatische handhaving van klasse 2-inrichtingen en voor het uitoefenen van het “hoog toezicht??.
De raden onderschrijven de noodzaak van een “testperiode?? of “eerste fase?? waarin de gewestelijke toezichthouders ervaring opdoen met het instrument van de bestuurlijke dwangsom. Indien uit de decretaal opgelegde evaluatie blijkt dat de bestuurlijke dwangsom op een proportionele manier werd toegepast kan een beleidskader worden uitgewerkt dat een uniforme toepassing verzekert zodat nadien kan overwogen worden om de dwangsombevoegdheid uit te breiden naar de lokale toezichthouders.
De raden erkennen dat een verdere depenalisering mogelijkheden biedt met het oog op een effectievere en efficiëntere handhaving van het milieubeheerrecht. Een verdere depenalisering moet evenwel goed doordacht zijn en op basis van een duidelijke beleidslijn gebeuren. De raden formuleren een aantal criteria die de Vlaamse Regering, bijkomend op de bestaande criteria zou moeten hanteren bij het bepalen welke milieumisdrijven al dan niet gedepenaliseerd (kunnen) worden.

Samenwerking met
Minaraad

Contact