Op 13 juli gaf de SERV advies over het voorontwerp van provinciedecreet. Het recent goedgekeurde gemeentedecreet en het provinciedecreet zijn gebaseerd op dezelfde principes en bevatten ook vernieuwingen. Het gaat ondermeer over het democratisch gehalte van de besturen, het verbeteren van het management, het toezicht, de betrokkenheid van de burger, meer autonomie inzake personeelsbeleid en een kader voor publiek-private samenwerking. De SERV gaat vooral in op de sociaal-economische bepalingen. Nochtans vindt de SERV dat voor de uitvoerende macht op de drie bestuurlijk niveaus dezelfde regels van democratische legitimering en controle moeten gelden. Ook vindt de raad de taakstelling van de provincie te vaag en te passief geformuleerd. De SERV wijst op de ingrijpende gevolgen voor het personeel. Er moet voldoende ruimte zijn voor een constructieve dialoog met de representatieve organisaties van het personeel. Verder ligt de nadruk op de rechtstreekse participatie van de burger. Dit is positief, maar hierbij wordt het belang van de georganiseerde inspraak vanuit het maatschappelijk middenveld, en in het bijzonder de sociale partners, niet erkend. Zonder de participatie van de burger tekort te doen, dient het decreet meer waarborgen in te schrijven dat het maatschappelijk middenveld betrokken wordt bij het beleid. Dit geldt ook voor de verzelfstandigde agentschappen. Doel was immers de vzw’s af te bouwen, omwille van het democratisch deficit. De raad stelt zich dan ook de vraag waarom de vzw toch als volwaardig vehikel wordt beschouwd.
