Advies brede blik op energie- en klimaatdoelen 2030

advies op eigen initiatief

Vlaanderen moet ambitieus zijn in zijn energie- en klimaatplan voor 2030. De SERV vindt de huidige klimaatdoelen te eng. Ze kijken alleen maar naar de uitstoot van de Vlaamse schoorstenen en verwaarlozen wat onze consumptie en import elders in de wereld veroorzaken. Studies wijzen uit dat onze totale koolstofvoetafdruk toeneemt. De reële klimaatimpact van Vlaanderen kan tot vier keer groter zijn dan de Vlaamse emissiecijfers doen vermoeden.

Een brede aanpak kijkt naar alle directe en indirecte emissies, zet in op meer duurzame lokale productie en consumptie en speelt ook in op andere maatschappelijke uitdagingen. Dat kan - weliswaar tijdelijk - bepaalde lokale (industriële) emissies verhogen, maar vermindert de globale klimaatimpact én versterkt het lokaal sociaal-economisch weefsel. Dat is goed voor het klimaat en voor Vlaanderen.

De Vlaamse vakbonden en werkgevers zijn bezorgd over hoe de Vlaamse regering nu de Vlaamse bijdrage aan het Belgische Nationaal Energie- en Klimaatplan voor 2030 (NEKP 2021-2030) voorbereidt. De discussie over het Vlaamse energie- en klimaatplan voor 2030 mag geen enge cijferdiscussie zijn over welke doelcijfers we ambiëren. Volgens de SERV moet de blik verbreden in vier richtingen.

 

Doelen

  +  

Systeemaanpak

Emissies in eigen land

  +  

Emissies elders

Energie- en klimaatbeleid

  +  

Andere maatschappelijke uitdagingen

Enge processen

  +  

Onderbouwing en degelijk overleg

Systeemaanpak

Het Vlaamse energie- en klimaatplan voor 2030 moet vooral bestaan uit concrete acties die blijk moeten geven van een systeemaanpak die ook de vergeten drivers van de energie- en klimaatproblematiek aanpakt.
Een lineaire vertaling van nationale doelen naar de gewesten en de verdeling ervan in strikte  sectorale doelen passen niet in dat perspectief. Sectorale visieoefeningen kunnen wel ingezet worden om maatregelen en instrumenten te toetsen aan de top-downdoelen en om na te gaan welke technologische, juridische, economische en psychologische barrières emissiereducties verhinderen en of de verdeling van kosten en baten billijk is.

Globale klimaatimpact

Het Vlaamse energie- en klimaatplan moet voldoende ambitieus zijn in de aanpak van alle broeikasgasemissies die Vlaanderen veroorzaakt, hier en elders. Europa legt de lidstaten nu enkel doelen op voor de emissies in Vlaanderen door gebouwen, transport, landbouw en industrie die niet onder het Europese emissiehandelssysteem vallen. Die focus op niet-ETS-emissies zou volgens ruwe schattingen 75% van de Vlaamse totale klimaatimpact van de Vlaamse economie buiten beeld laten. De daling van de uitstoot van niet-ETS-missies in Vlaanderen tussen 2005 en 2014, zou zelfs teniet gedaan zijn door toenemende import van koolstofintensievere goederen van buiten Europa.
Volgens de SERV is bijgevolg een verruimde strategie nodig, die ook de emissies door import en internationaal transport aanpakt en de klimaatneutraliteit van biomassa verzekert. Dat kan door lokale duurzame productie te stimuleren en door actoren op een positieve manier te motiveren om elders in de keten emissies te reduceren.

Synergieën met andere maatschappelijke uitdagingen

Het NEKP moet ook goed afgestemd zijn met andere maatschappelijke doelen en uitdagingen. Dat wil zeggen dat er maximaal ingezet wordt op energie- en klimaatmaatregelen die tegelijkertijd ook andere maatschappelijke problemen oplossen (synergieën) en positieve multiplicatoreffecten hebben voor de lokale economie. Nu blijven heel wat synergieën nog liggen. Dit kan bv. door voorrang te geven aan energie- en klimaatmaatregelen die focussen op activiteiten waarin de Vlaamse economie sterk kan staan, die tegelijkertijd een antwoord bieden op andere maatschappelijke uitdagingen en die aansluiten bij de transitie naar circulaire economie.

Onderbouwing en degelijk overleg

Tot slot is een tijdige, degelijke consultatie cruciaal voor de onderbouwing en het draagvlak voor een ambitieus en breed NEKP. Zo’n consultatie is maar zinvol als de implicaties van mogelijke keuzes duidelijk zijn en als hiervoor de nodige cijfers verzameld en publiek beschikbaar zijn. Gezien de nood aan degelijke overleg- en visievormingsprocessen verwijst de raad opnieuw naar de aanbevelingen hieromtrent in het advies “Veel vuur voor energie- en klimaatvisies”.

Contact